De noodzakelijkheid van geloof

De wijze waarop de apostel Johannes, geleid door de Heilige Geest, de lessen die Jezus Zijn discipelen leert in de opperzaal, zijn nauwkeurig gestructureerd. Het onderwijs wordt opgebouwd. Jezus leert hen én ons de absolute noodzakelijkheid van geloof, dat Zijn Koninkrijk een eeuwig en hemels Koninkrijk is, dat Hij gekomen is om Zijn leven af te leggen en dat zij en wij door Hem te kennen de Vader kennen want Hij en de Vader zijn één in dezelfde Godheid maar verschillende personen.

Johannes 14 vers 1: ‘Uw hart worde niet ontroerd; u gelooft in God, gelooft ook in Mij’.

Jezus kwam samen met Zijn discipelen in de opperzaal. Zijn publieke optreden is gestopt. Hij onderwijst Zijn discipelen. Daarna naar Gethsemané. Hier Zijn laatste woorden voor Zijn overleving aan hen. De discipelen stonden al op om te gaan maar Zijn onderwijs aan hen ging nog door. In hoofdstuk 17 het Hogepriesterlijk gebed.

Sommige denken dat de woorden in hoofdstuk 15 en 16 al eerder uitgesproken. Johannes volgt de chronologie met een enkele uitzondering. Niet helemaal zeker maar wel aannemelijk.

Hier zien we dat de discipelen sommige dingen niet begrepen. Hij noemt hen kinderkens. Wel met respect maar wel zo in hun ogen: kinderen die onderwezen mogen worden. Hij vertelt over Zijn lijden en sterven en opstaan uit de doden.

Simon Petrus, evenals de anderen, begrepen niet dat Hij ging sterven voor de zonden. En dan nu de vraag: waar gaat U heen? Terwijl Jezus het zeker drie keer gezegd had dat Hij naar Jeruzalem ging en overgeleverd zou worden. Hij heeft deze gebeurtenis aan hen uitgelegd. Maar ze pakten het niet goed. Ze verwachten ergens nog een aards koninkrijk. Ook verkeerd verteld door de Joodse leiders. Verkeerd uitgelegd vanuit het Oude Testament.

Petrus vraagt: waar gaat U heen? Verlaat Hij Juda en Galilea en gaat naar de heidenen. Waar Ik nu ga kunt u niet gaan. De kerk moet opgebouwd worden. Discipelen vertegenwoordigen Hem en verspreiden het Evangelie later. Petrus zal later ook gekruisigd worden. Petrus vraagt in vers 37, waarom kan ik U niet volgen? Petrus vertelt dat hij zijn leven zal geven. Evenals de anderen. Nobel streven maar ze kennen zichzelf niet. Een paar uur later zullen ze vluchten. Schapen zullen verstrooit worden maar de Herder gegrepen, zoals voorzegd. Petrus zal Hem verraden. Jezus had het voorzegd: eer de haan gekraaid zal hebben zult U mij verraden hebben.

Jezus gaat de discipelen leren. Remedie tegen hun houding. Hij gaat ten eerste leren de absolute noodzaak van geloof. Ook voor ons. Absoluut noodzakelijk. Laat u hart ontroerd worden. Grieks: laat je hart niet opnieuw ontroerd worden. Je gelooft in God, de Almachtige Vader, geloof ook in Mij. Je moet geloof hebben. We hebben geloofd, laten we zeggen. We hebben vertrouwd in Christus. Bekering. Eerste les dan: oefening van geloof. Er zijn moeilijke perioden. Zaken overdenken. Kan zijn dat we zelfmedelijden krijgen. Maar we vergeten ons geloof te oefenen. Niet de ene vrees na de andere in het hoofd laten rondgaan. Stop dat. Laat je hart niet ontroerd worden. Je gelooft in God, geloof ook in Mij. Hij gaat lijden en sterven en zij zullen Zijn boodschappers zijn.

Deze versen in Johannes zijn zo georganiseerd. Woorden geschreven door inspirering van de Heilige Geest. Zo belangrijk om te zien dat de lessen van Jezus opgebouwd zijn. Johannes beschrijft het zo mooi. De eerste remedie: oefen geloof. Ook in vers 11. Geloof in Mij. Vers 12. Voorwaar, voorwaar, die in Mij gelooft. Voor hun verstaan is het zo belangrijk dat zij geloof oefenen.

De tweede gaat over het bereiden van hun plaats in hemel. Hun missie, Zijn komst, is niet voor een betere plaats op aarde. Maar voor de eeuwigheid, het eeuwige leven. Om voor miljoenen de zaligheid te verwerven. Het christelijke leven en het christelijk geloof is gericht op het hiernamaals, op de eeuwige toekomst met Hem. De discipelen hadden het over de voornaamste plaats in Zijn koninkrijk op aarde. Het is niet aards. Het is het Vaders huis.

Hoe kun je een plaats hebben in een eeuwig huis? Sommige vertalers hebben ervan gemaakt: in het Vaders huis zijn vele woningen. Grieks staat zoiets als plaatsen om te wonen. Waarom gebruikt de Heere het huis van de Vader. Waarom niet hemel? In de eeuwige toekomst is het een huis, een familie. Wonen in de eeuwige glorie. Huis, brengt ons te samen. Allen kennen elkaar en meest en het beste kennen we de Heere. In dat huis zijn vele woonplaatsen. Elk lid heeft eeuwige heerlijkheid en toegang tot de Heere. Je kunt dat niet beschrijven alleen als een kamer maar het is veel meer. Het is ondenkbaar dat er kinderen van God geen plaats in de hemel hebben. Ik verzeker je dit. Je zult het zien. Waar ik ben zul jij ook komen. Hemels Koninkrijk. Het wonder van de hemel is niet de plaats maar de Persoon. Hij is daar. De aanwezigheid van de Heere. Dat is eeuwige zaligheid voor ons. Hij zegt er meer over. Haal uit je gedachten het aardse denken.

De derde remedie is te zien op Zijn werk. Waar ik ga weet je [kun je weten]. Zo duidelijk uitgelegd. Hij stuurt hun gedachten. Thomas, namens de anderen ook, zegt we weten niet waar U gaat en Uw weg. Jezus zegt: Ik ben de Weg. Wat ze moeten weten is Zijn werk. Thomas, Petrus, allen. De weg was offeren in de tempel. Drie keer per jaar. De symbolen van vergeving. In je hart dat je zonden vergeven zijn. Dat was niet de weg zoals je weet. Alleen de symbolen. Jezus: Ik ben het offer. Johannes de Doper had Hem aangewezen: zie het Lam van God dat de zonden der wereld wegneemt. Ik ben de Weg. Niet een symbool maar Hijzelf. Vergeving van de ziel.

Opnieuw verstonden ze het niet. Hij legt het hen heel duidelijk in het vervolg uit. Dat Hij de offers vervuld. Dat Hij de Hogepriester is. En de tempel. Zijn lichaam de tempel. Tempel in Jeruzalem in het jaar 70 verwoest. Hij is de Waarheid. Alle symbolen van de dienst aan God wijzen naar Jezus. Hij de Waarheid, de werkelijkheid. Elke belofte door Hem gedaan zal Hij vervullen.

Je hebt nieuw leven nodig. Uitgelegd aan Nicodemus. Om te kunnen bidden en leven met God. Jezus zegt: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Het eeuwige leven. Ik breng je bij de eeuwige Vader.

De vierde remedie is in vers 7. Als u Mij gekend hebt, zult je ook Mijn Vader gekend hebben. De discipelen waren geschokt. Dit keer vraagt Pilippus om het zien van de Vader. Toon ons de Vader. Laat het ons zien. Als we de Vader zien, dan geloven alles. Dieper dan wat U verteld heeft. Ze begrijpen niet dat Hij één met de Vader is, één God. Hij is een andere persoon in dezelfde Godheid. Hij zegt: als je Mij kent, dan ken je de Vader. Zoveel wonderen gedaan, zoveel macht. Hij beschrijft Zichzelf als de Zoon des mensen. Van het boek Daniël al [hoofdstuk 7]. Hij is de heilige God. Hij is net zoveel God als de Vader en de werking van de Heilige Geest.

Ben Ik zo lang met je geweest, en heb je het niet begrepen? Verwonderd. Dat Ik God ben, de tweede persoon in de Godheid. Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Als Jezus alleen een mens was, wat heeft Hij gefaald dan. Maar is onzinnig spreken. Hij is God. Geloof je Mij. Hij en de Vader zijn een. Hij spreekt van de Vader. Ze zijn gelijk. Ze zijn verschillend en Dezelfde. Pilippus, geloof Mij dat Ik in de Vader ben. Of geloof Mij om de werken. Zoveel wonderen en tekenen gezien. Eeuwige macht. Zijn werkelijke natuur.

Hij dat gelooft in Mij, zal de werken ook doen die Ik doe en groter. Ze ontvangen dat om de werken van Christus te doen in Zijn plaats. Zolang ze verstaan de noodzakelijkheid van genade, het hemelse Koninkrijk verwachten en Zijn werk en werkelijk begrijpen wie Hij is, de Eeuwige God. Hetzelfde met ons. Deze vier zaken zijn onmisbaar voor ons. Voor het verstaan van het volgende. Op Hem vertrouwen. De noodzakelijkheid van genade.

Een tijd geleden, jaren ’90 van de vorige eeuw, Evangelie verspreid in Oost-Europa. Vanuit het westen steun. Sommige kerken bouwden van dat geld grote kathedralen. Sommige waren zo fantastisch in grootte. Baptist cathedralen. Niet allemaal. Hier de kerk van Christus. Hier moet het perfect zijn, iets te zien zijn. Ze vergaten een les. Christus kwam voor een hemels doel en niet voor aards. Sommige christenen kopen voor zichzelf grote huizen en auto’s. We zijn hier niet om te spenderen. We zijn hier voor het verspreiden van het Evangelie. We moeten het werk van Christus niet uit het oog verliezen. Elke Evangelie dienst moet het kruis van Golgotha waar Christus stierf en betaalde voor de zonden centraal gesteld worden.

De werken die Ik doe zullen zij ook doen. Discipelen zullen zelfs genezing verrichten. Op dat moment. De opgestane Heere te laten zien. De genezingskracht stopten daar met hen. Genezing nu niet door een bijzondere kracht maar alleen door het gebed. Christus werkte onder de kinderen van Israël. De discipelen gingen uit naar alle volken. Heidenvolken. Joden en heidenen. Grotere werken. Wat U zult vragen in Mijn Naam in deze zin voor de verspreiding van het Evangelie, u zult het ontvangen. Niet uit de context halen. Verwachten dat alle wensen die je hebt in je leven vervuld zullen worden. Gaat om het werk van Christus dat doorgaat. Voor zielen, Zijn missie om Zijn volk zalig te maken. Hem centraal stellen. Waarheid God, mens en God is Jezus. Hoe geordend is het onderwijs van Jezus aan Zijn discipelen. Johannes beschrijft het zo mooi. Zijn onderwijs in de opperzaal aan Zijn discipelen. Het onderwijs gaat verder.

Zondag 16 december 2018 – Metropolitan Tabernacle Londen – dr. P. Masters [Londen] – Johannes 13 vers 36 en vervolg Johannes 14