De profeet Jesaja profeteert over de laatste dagen dat mensen zullen worden toegebracht tot het Koninkrijk van God. Zoals een rivier stroomt, zo zullen ze toevloeien. Mensen komen tot geloof in de Heere Jezus Christus en bekering. Het Evangelie klinkt, het goede nieuws, kom tot God en u zult eeuwig leven.

Jesaja 2 vers 1-2: ‘Het woord, dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over Juda en Jeruzalem. En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien’.

God verschijnt aan onze zielen

Wat we willen doen is op een verklarende manier behandelen. Dit is een profetie gegeven circa 700 jaar voor de komst van Christus onze Zaligmaker. Het gaat over de laatste dagen. Als hij dat zegt bedoelt hij de dagen van Christus. Tussen Christus’ komst zo’n 2000 jaar geleden en Zijn wederkomst. Die periode hoe lang ook is genoemd de laatste dagen. Jesaja ziet uit naar die dagen.

Jesaja beschrijft het nu. Het zaligmaken van zielen. Uit deze wereld, uit Goddeloosheid, en redden voor eeuwig. Deze profetie is zo opmerkelijk. Juda. Het is aan de Joden in die tijd. Dit beschrijft Gods barmhartigheid. En jullie generatie moet hetzelfde doen.

De profetie begint in vers 2. En het zal geschieden in de laatste dagen. Hij beschrijft duidelijk wanneer het is, onze tijd. De tempel op de berg Sion. Hier gebruikt hij de berg als iets anders. In Jesaja en Jeremia ook gaat een berg vaak over civiele macht. Letterlijk kan het sterk gemaakt, stabiel gemaakt betekenen. Van het Hebreeuws. Niet opgezet worden.

Tijd van het Nieuwe Testament. Jesaja spreekt erover. Een eeuwig koninkrijk. Veel groter dan een aards rijk met een paleis, een leger. Het is opgezet in de top van de bergen en in elk land. Alle landen zullen er heen vliegen. Het zal in de tijd de grootste macht worden. Niet door kracht, geweld maar door liefde.

Alle landen zullen er heen vlieden. Hebreeuws. Het is gebruikt als een beeld van vrolijkheid. Mensen komen niet binnen omdat ze overwonnen zijn of gedwongen. Maar als een rivier. Komt van hogere grond. Het vloeit uit zichzelf. Mensen komen vrijwillig. Omdat het nodig is te komen en willen komen. Zoeken Christus omdat het mogelijk is om gered worden.

Vele mensen, niet letterlijk iedere persoon uit ieder land. Niet iedereen wordt gered. Niet iedereen zoekt en vindt de Heere. Vers 3: ‘En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des Heere’. Er zullen er zijn die anderen vertellen. Kom van waar je vandaan komt.

Laat ons opgaan. Tempel is op de berg. Ja opgaan. Een hoger leven. We waren wereldlingen. Geen eeuwig doel in ons leven. En toen bekeerd en op de weg naar de hemelse glorie gezet. Een leven strevend naar heiligheid.

Laat ons opgaan naar de berg van de Heere. Hij gebruikt de taal om te beschrijven naar de Heere te gaan. Wat zijn Zijn wegen? Te roepen om vergeving. Heilig te leven. Hem eren. ‘Want uit Sion zal de wet uitgaan, en des Heere woord uit Jeruzalem’. In die laatste dagen zal iets bijzonders gebeuren. Het Woord ging uit Jeruzalem.

De Heere deed honderden wonderen. En gebracht naar het kruis om te lijden en te sterven. God legde op Hem al de schuld van alle mensen die ooit geleefd hebben in de geschiedenis die op Hem vertrouwen. En dan opstaan uit de doden op de derde dag. En de grote opdracht aan de discipelen om uit te gaan en het Evangelie te verkondigen. Beginnend bij de nationalistische Joden op de Pinksterdag.

Het goede nieuws, dat betekent het Evangelie, werd snel verspreid. Zelfs bij de officier van Rome, niet dat het er goed gebruikt werd, maar het verspreidde zich snel.

God, zal oordelen de landen. Werkt in de harten. Heeft Hij je geoordeeld? Je zonden laten zien. Hoe verdoemd zonder Hem. Met Hem verzoend te zijn. En je zegent. Hij zal oordelen onder de landen.

Jesaja zegt in deze poëtische taal verschillende dingen twee keer. Hij bestraft. Het klinkt vreemd maar mag je een zijn die Hij bestraft. Je nood voelen. Dat is het begin van de zegen van God. Je buigen, als het ware op je knieën.

Vers 4: ‘En Hij zal rechten onder de heidenen, en bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; het ene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer leren’.

Als God in je hart werkt, zal je hart niet meer gevuld zijn met nationalistische haat. Niet de wapenen oppakken. Als je tot God komt heb je dat niet meer in je leven. Ik wil die buren niet hebben. Je bent nu een christen, je hart is veranderd. Die vervelende collega, buur, ik wens dat zij bekeerd zijn. Ik was zoals zij. Je zwaard neerleggen. Ploegschaar.

Vers 5: ‘Komt, gij huis van Jakob, en laat ons wandelen in het licht des Heere’. Ik zal nu een minuut, twee minuten gebruiken voor de volgende verzen en dan hierbij terugkomen.

Vers 6: ‘Maar Gij hebt Uw volk, het huis van Jakob, verlaten, want zij zijn vervuld met goddeloosheid, meer dan het oosten, en zij zijn guichelaars gelijk de Filistijnen, en aan de kinderen der vreemden tonen zij hun behagen’.

Het woord vervuld komt vier keer. Vervuld met goddeloosheid. Oosten. Goddeloze cultuur. Hun eigen cultuur van gemaakt. Anti-god. Leven zoals je wilt. En wij hebben het gedaan in onze samenleving. Huwelijk en gender. Alles gaat er mee door vandaag. We leven in de ik ik ik cultuur.

Ze gaan wonen in een flat. Maar ze betalen niet meer. Gaat voor een lange tijd door. Niet betaald. En alles vernield en omgedraaid. Dat is zoals wij doen in de samenleving. God niet eren. God bespotten. En liegen. Verbazingwekkend hoeveel dat op ons lijkt.

Vers 7: ‘En hun land is vervuld -de tweede vervuld- met zilver en goud, en hunner schatten is geen einde; hun land is ook vervuld met paarden, en hunner wagenen is geen einde’. Veiligheid betekent dat. Legers. Veiligheid. Geen God.

Vers 8: ‘Ook is hun land vervuld met afgoden; voor het werk hunner handen buigen zij zich neder’. Vervuld met afgoden. Ben jij dat? Dient celebrities? Sporthelden? Ik dien mijn auto?

Zie vers 10. De profeet geeft advies. ‘Ga in den rotssteen, en verberg u in het stof, vanwege den schrik des Heere, en om de heerlijkheid Zijner majesteit’. Verberg je in de rots. Natuurlijk kan dat niet. We moeten verantwoorden hoe we hebben geleefd. Vers 11 laat zien hoe de hovaardigen hebben geleefd.

Laat me terugkomen bij vers 5. O kom. Laat ons wandelen in het licht. Het is God die met je handelt. Christus zelf die aan je verschijnt. Hij is soeverein. Hij heeft complete autoriteit. Als je tot Hem komt, Hij kan je veranderen. God heeft de hoogste autoriteit. Heere, ik kom. Bekeer mij van mijn zonden en vertrouw op U. Je hoeft niet te twijfelen of Hij wil. Natuurlijk wil Hij dat. Zijn Naam staat op het spel. Hij heeft de hoogste autoriteit.

Verder, vergeet nooit dat Christus naar Calvarie is gegaan om te lijden en afschuwelijk te sterven. Zal Hij het eenvoudige niet doen als je tot Hem komt? Kom van ver. Kom dichterbij. Verneder je voor Hem. Vraag om vergeving en je veranderen. Heeft Hij voorwaarden? Alleen: kom.

Stel je voor iemand geef je een huis. Zeg je hebt een grote familie. Je kunt het huis nooit betalen. Nieuw huis. Het is een droom. Waar gaat dit heen? Het kan niet: er moet iets gedaan worden. Iemand zegt hier is de sleutel doe het in het slot. Meer gedaan worden? Nee. Lange hypotheek. Nee meteen. Doe de sleutel in het slot. Kinderen hebben het gedaan. Dit zijn voorwaarden van bekering: kom.

Ga op je knieën. Vraag voor zaligheid. En je bent van de Heere. En Hij zal je Zijn macht en kracht tonen. Je bidden zal verhoord zijn. Kom je, dat zegt Jesaja, dat is de verschijning van God.

 

Zondag 16 juli 2023 – Metropolitan Tabernacle Londen, Verenigd Koninkrijk – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 40 en Lukas 13 vers 18-35