Jesaja profeteert over de dag van Christus en het nieuwe Jeruzalem. Dan zullen alle volken tot de berg Sion komen. Daarom de oproep om in Zijn licht te wandelen, nu en altijd. Anders gaan we het verderf tegemoet.

We bestuderen Jesaja. Ze geven goed aan wat de tijd van het jaar is. Ook richting Christmas. Ik begin bij vers 25 van hoofdstuk 1.

Het gaat over de kerk van de joden in Israël in die tijd. Maar ook over de Kerk van God wereldwijd. Er komt een revolutie, in vers 26. Een stad vol geloof, rechtvaardigheid. Het zal beginnen in Jeruzalem. Er komt redding. Dat gaat over de komst van Christus, Zijn reddend handelen. Zijn sterven op Calvarieberg. Er komt een nieuwe eeuw aan. Met het finale oordeel.

Dan komen we in hoofdstuk 2 aan. Het woord dat Jesaja zag. Of: de zaak. Het was een visuele profetie. Hij zag van alles. Het gaat over Juda en Jeruzalem. Niet in het Verenigde Israël, maar in Juda.

Het is een opmerkelijke profetie. Jesaja spreekt over de laatste dagen. Hij heeft iets specifieks in gedachten. De dag van de Messias. De dag van Christus. Christus, komt, als Verlosser. Hij komt opnieuw. Het is niet: de laatste week, laatste periode. Maar de laatste dag. Jesaja geeft niet alle details. Jezus heeft veel gedaan: wonderen, verlossingswerk, sterven, opstaan, het begin van de kerk (Pinksteren), het laatste oordeel. Jesaja ziet dit als een.

De gehele menselijke historie ligt tussen Zijn eerste en tweede komst. Jesaja begint vaak op aards niveau. Het gaat over voorspellingen, snel na zijn leven. Hij voorspelt de overheersing van het volk, de heen voering naar Babel. En dan, dan gaat de profetie verder: de eeuw van Christus. Hoe zal dat zijn? Jesaja beweegt van aardse profetie naar geestelijke vervulling. Voor de kerk. Hoe gaat dat? Het is zoals een vliegtuig. Jesaja laat het opstijgen. Er is een aardse vervulling. Maar er is ook iets veel grotere en hogers. Dat gaat over het evangelie en de kerk. Jesaja start bij het begin. Het zal geschieden in de laatste dag.

Jesaja ziet een berg. Met de tempel. Waar het huis van God is gebouwd. Daar is God aanwezig. Het Hebreeuws duidt aan: opgericht, in de hemel. De berg Sion. De tempel was op een heuvel. Natuurlijk zijn er hogere bergen met hoge toppen. Deze tempel zal omhoog getild worden. Tot de top van de andere bergen. De taal gaat niet over een aardse vervulling. De berg zal boven andere zijn. Hij zal superieur zijn. Het zal de wereld domineren. Opgetild worden boven heuvels.

En alle volken zullen erin gaan. Zegt Jesaja. Erin vliegen. In Jeruzalem? Nee. Het is een symbool. Figuratieve taal. Er is meer dan een aardse vervulling, maar een geestelijke. Van alle landen zullen ze erin komen. In de top van de bergen. Jeruzalem was fysiek. Maar de kerk is spiritueel. U hebt ook een spirituele omgang met Hem.

Jeruzalem zal nieuw worden. Internationaal. Ooit was het specifiek, gelimiteerd, op een bepaalde tijd. Maar het eeuwige Jeruzalem zal dat niet zijn. Het eerste Jeruzalem was bij geboorte: je was van geboren jood. Het tweede gaat over spirituele geboorte. Je hebt geen keuze in welk land je opgroeid. Maar wie de Heer verkiest, komt in Zijn land. Het gaat over de missie van Zijn Koninkrijk. In aarde koninkrijken is er corruptie. In het nieuwe Jeruzalem zal dat er in het geheel niet zijn. Aarde koninkrijken worden door nationale trots gevoed. Het hemelse koninkrijk, daar zullen op weg naar de hemel gaan mensen die Hem volgen. In spirituele zin.

Het Hebreeuws woord voor ‘flow’ is ‘sprakle’. Dan gaat het over een snelstromende rivier. Beweging van het water. KJV vertaalt het correct. Mensen komen er en moeten er komen. Ze komen als zoekers. Tot Hem, het goede nieuws van het evangelie. Ze zullen komen. Nieuw leven. Ze verlaten hun land. Ze verlaten hun leven. Alle landen zullen tot Hem komen.

De grote verandering, in vers 3. We merken op: veel mensen. Dit gaat niet over een gouden eeuw. Dat alles perfect zal zijn. Het koninkrijk van God groeit in deze wereld. Er is veel weerstand. Het is gespreid in harten. Er staat niet: alle mensen. Dat is het evangelie. Het is voorspeld. Veel mensen zullen komen en gaan.

Ze zullen iets zeggen. Ze hebben een getuigenis voor anderen. Kom mee. Kom uit je leven. Ga mee. Ga naar de Heere. Ga mee op hemelse reis. Kom in het koninkrijk van God. Veel mensen zullen gaan. Niet allen. Kom. Ga mee. Dit is heel heftig. Kom tot Christus. Zoek nieuw leven bij Hem. Er zijn veel mooie dingen in het leven, maar ze zullen je leven niet vervullen. We zijn geschapen voor de eer van God. Niet om als de dieren van dingen te genieten. Het gaat in ons leven over de glorie van God.

Laten we opgaan tot de berg en het huis van God. Laten we ons onderwijzen. Het plan van redding begrijpen, je zonden onder ogen zien, beseffen dat Christus moest sterven. Er is reële omgang met Hem in je leven. Je hebt een andere wereldvisie. Dat is bekering. Je laten onderwijzen. Wandelen in Zijn wegen. Zoals in de Christensreis.

Het start in Jeruzalem, met de dood van Christus. En de uitstorting van de Geest. En dan de missie om de wereld over te gaan. Met de wet, de zonden, maar ook woorden van genade en vergeving. Het start in Jeruzalem.

Hoe zal God dit doen? We lezen dat in vers 4. En Hij….! Hij zal oordelen. Lees dat als: Hij wil mensen overtuigen van de zonden. Mensen die niets met God hebben, blij zijn met zichzelf, een succesvol leven hebben, ze zullen overtuigd worden. Van onze spirituele bankroet. Hij zal de wereld overtuigen. Hij zal met ze argumenteren, dat zal er in de grondtaal. In hun hart werken. De noodzaak laten zien.

Jesaja waarschuwde de mensen. Hun welvaart zou vergaan. Ze werden voorbereid op oorlog. Jesaja keek verder, naar de tijd dat Christus komt. Dan komt de Geest in onze harten om ons te overtuigen. Wat Jesaja bedoelt, is dit. Er is veel mis in de harten van christenen. Zoals nationale trots. Ze zullen op anderen gericht raken. Op het heil van anderen. Evangelisatie begint niet alleen in Handelingen, maar hier al. Er zullen miljoenen mensen het woord horen.

Beste vrienden, zo staat het in Jesaja. Hij zal hun zielen veroveren. Christelijke mensen zullen overtuigd worden van zonden. Hier licht het nieuwe testament al op. We leven in een verdoemde wereld. Maar mensen worden geroepen tot redding. Christus zal komen. En straks opnieuw om te oordelen.

De tijd is bijna op. We kijken nog naar vers 5 en vers 6. Daar lijkt het voorgaande weer verworpen te worden? Lijkt het teniet gedaan? De mensen gaan weer op in materialisme, idolen (vers 8) en geld? Van de redding door het Woord is geen sprake meer?! De mensen vergeven elkaar niet (vers 9). En verder, toch bang zijn voor de komst van de Heere? In het vervolg lijkt het vorige verworpen te worden.

Daarom gaan we terug naar vers 5. Hier staat de profetie zelf. Een verbazingwekkend vers. Je kunt het verkeerd lezen. Misschien op school, moest je soms een artikel samenvatten. Dat is dan 1 of 2 zinnen. Daar moet alles in staan. In een paar zinnen beschrijf je alles.

Wat is een samenvatting? Een symfonie of woorden. Een laatste oproep. Herhaling van wat je zegt. Of een oproep. Dit concludeert alles?

Als Jesaja dat doet, is het een meesterstukje. Alles wat hij zegt, komt hier. Laat ons wandelen in het licht van de Heer. Het is ook zijn stijl en taalgebruik. Jesaja spreekt een evangelische taal. Van genade en barmhartigheid. En van straf en oordeel. O, huis van Jacob. Het taalgebruik komt tot een eind. Hij spreekt direct tot de mensen. Een oproep. O…! O, huis van Jacob. Niet huis van Juda? Dat is vreemd? Dat is typisch Jesaja. Huis of Jacob. Jacob was de aartsvader van Israël. God maakt een overeenkomst met hem, direct. Het was Jacob die hoorde: Ik ben altijd met je. Denk aan hoe God jullie noemde. Hoe Hij jullie riep. Hoe kunnen jullie dit niet doen, niet geloven? Kom. Je moet je omkeren. Kom tot Hem. En laat ons wandelen, een leven lang, met Hem.

In Zijn licht. Licht van vergeving en vernieuwing. Laat ons wandelen in het licht van de Heer. Ik kan deze profetie niet transformeren naar vanmorgen. Of naar Christmas. Het is ook een boodschap voor nieuwjaarsmorgen. En voor ons hele leven.

Metropolitan Tabernacle London, zondag 22 december 2019, 11 uur. Schriftlezing Psalm 98 en Jesaja 1:25 – 2:5.