Het geloof is een gave van God dat vertrouwen werkt en een bewijs van zaken is die men niet ziet. De hoop vindt door het geloof vaste grond in Christus die kwam naar deze wereld om te betalen van de zonden. Het geloof ziet uit naar het eeuwige leven, de hemelse heerlijkheid.
Hebreeën 11 vers 1: ‘Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet’.
Het doel van het geloof
Hier wil ik het vanmorgen over hebben voordat we vorige week met een serie starten. Hoe kan het geloof de vaste grond genoemd worden? Voor de beloning. Dit is het waarlijk waard om te onderzoeken. En als dit nog niet genoeg is, het bewijs der zaken die men niet ziet. Hoe kan het geloof het bewijs zijn?
Ik wil eerst de context geven. Voor gelovigen. Vanaf vers 35 van het vorige hoofdstuk. Werp uw vrijmoedigheid niet weg. Welbespraakt uit het Grieks. Je zekerheid. Je dapperheid in geloven want dat heeft grote beloning. Gooi het niet weg. Stop ermee. Want het vuil gereed om te wassen. Wat een beeld. Waarom je zekerheid weggooien? In de context van het geloof.
Maar we doen het onnadenkend meerdere keren op een dag. Er gebeurt iets. Of dat we iets mogen doen en denken het niet te kunnen. We worden getest. We zijn op de eeuwige weg en behoren Hem toe. En we zijn teveel bezorgd. Zelfbeklag. Dit is verkeerd. Gedachten en vrezen zijn erg betrokken bij wat iemand ons aandoet.
Werp het niet weg, voor geen enkele reden. Houd het geloof altijd functionerend. Vers 35. Het geloof dat beloond wordt. Vers 36, hebt lijdzaamheid van node. Geduld in onze vertaling en dat is helemaal goed. En dan vers 37, dit is de context, ‘Want: Nog een zeer weinig tijds en Hij, Die te komen staat, zal komen, en niet vertoeven’. En vers 38 de rechtvaardige zal door het geloof leven. Door God aanvaard uit genade. Maar als iemand de oefening van het geloof kwijt is, ‘en zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen’. Angstaanjagende woorden.
Maar vers 39: ‘Maar wij zijn niet van degenen, die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven tot behouding der ziel’. Dit is een grote aansporing voor het geloof. Geloof is vertrouwen wordt gezegd maar dat is niet de betekenis. Geloof is volledig overtuigd. Het is waar vertrouwen maar het is te kort. Geloof is overtuiging. Dat God daar is. Diepste overtuiging dat God daar is en heilig is. De tweede Persoon in de Drie-eenheid dat Christus naar deze wereld kwam om te lijden. Ik ben ervan overtuigd dat er een eeuwigheid is.
Hoe werd ik ooit overtuigd? Er was een tijd dat ik niet overtuigd was. Ik lachte erom. Laat mij bewijzen zien. Door de goedheid van God door Zijn Geest verlicht. Licht scheen in mijn verwarde gedachten. Totaal overtuigd. Was er geen bewijs? Jawel maar werkte andersom. Toen God werkte zag ik overal de bewijzen. De evolutionisten proberen het te verklaren maar kunnen het niet. Het bewijs is zo vanzelfsprekend.
Als de Bijbel zegt dat de mensheid gevallen is, en de ogen geopend. Ik zie de val in mijzelf en ieder ander en in elke grote leider. We zijn allemaal zondaren en gevallen. We zijn tegen God. Het geloof was eerst geplant, de waarheid over God. De Bijbel en Christus aan mij gegeven.
Uit de grote verzen. Bijvoorbeeld Efeze 2. Niet van onszelf maar het is gegeven. Hoe is het jou gegeven? Ik was een zondaar in Zijn blik. Hoe was ik naar Hem gebracht en zo overduidelijk. Nu Hebreeën over het geloof.
Geloof de vaste grond. Het fundament. De ondersteuning. Stel je voor je gaat door een modderpoel. En daar zijn rotsen waar je op kunt stappen. Op een grotere schaal fundament. Christus is echt. Hij heeft het voor mij betaald. Dat is een vaste rots waar ik op kan staan. Daar kan ik op aan. Hij wil mij helpen en versterken. Geloof is die steen.
Wat is het voornaamste object voor het geloof is naast God Zelf, de hemel. Dit is waar het om gaat in het geloof. Eeuwig leven. Als je je gedachten op het eeuwige leven gericht kan houden, in de Bijbel over lezen, dan is je geloof in z’n geheel versterkt. Geloof is het voornaamste object.
Geloof is de hoop. Verwachting betekent het altijd in het Nieuwe Testament. Als ik sterf. Iedereen een bepaalde mate van angst voor de dood. Als we niet bang waren voor de dood, dan zochten we misschien nooit naar het leven naar de dood. Maar er is iets groters dan dat. Het eeuwige leven. Als het lichaam achteruit gaat, de gedachten en verwachtingen op de eeuwige heerlijkheid.
Het geloof is erop gericht. Je hebt de hemel nooit gemaakt. Aardse gedachten kunnen er niet bij. Maar geloof. Dat is geen eigen werk maar het werk van God. Geloof is de dingen waar we op hopen. Hoop je meer op de glorie? Dat is waar het om gaat. Waar we naartoe gaan. In dit leven doe je je best maar met alle moeilijkheden maar klein.
Het geloof is het bewijs van zaken die men niet ziet. Je het bewijs in je. Hoe kun je er zeker van zijn dat er een leven is? Geloof is een gave. God gaf het. Zekerheid. Vraag niet breng mij een bloem uit de hemel, dan geloof ik. Het geloof is het bewijs. Substantieel. Bewijs der zaken die men niet ziet. We hebben gekeken naar sommige ondersteunende punten.
Hebreeën 11 vers 2: ‘Want door hetzelve hebben de ouden getuigenis bekomen’. De patriarchen. Het geloof niet een beloning van dienst. Nee zegt God. Geloof al voor de dienst. God overtuigde hen dat zij aan God toebehoren. Vers 3: ‘Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden’. Maar veel ongelovigen dat God alle dingen geschapen heeft. Maar wat is geloof meer? Het gelooft veel meer. Niet dat er vaag ergens een God is die alles schiep. Maar wij geloven dat het hele universum helemaal bestuurd wordt en vers gemaakt. Zoals een appel. Rijp. Helemaal gereed om te eten. Intact. Heeft de smaak, ziet er goed uit. Is toebereid. Niet vaag dat ergens een god geschapen heeft. Maar alles in orde. Met een woord van God. Natuurlijk de details in het boek Genesis in zes dagen. O ik kan dat niet geloven. Door het geloof maakt God je in staat je het voor te stellen. Wonder na wonder in een korte tijd. Daarvoor is de gift van genade nodig. Toebereid. Vers gemaakt. Prachtig woord. Niet over biljoenen jaren. Maar door het woord. God is zo machtig. Zodat de dingen die gezien worden niet gemaakt zijn uit de dingen die gezien worden.
Maar uit niets geschapen. Als we dat geloven, hoe makkelijk is het dan te geloven in de hemel hierna. Op een dag zul je als je geloof hebt dingen zien die je nooit gezien hebt. Het geloof maakte de dingen die je niet gezien hebt ziet.
Vers 4: ‘Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kaïn, door hetwelk hij getuigenis bekomen heeft, dat hij rechtvaardig was, alzo God over zijn gave getuigenis gaf; en door hetzelve geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven is’. Een heel bijzonder voorbeeld. Wel er is Abel en Kaïn. Kaïn offerde, we kunnen het beste lezen in de reden van Stefanus in Handelingen 7, Abel offerde van het vee, bloedoffer. Kaïn offerde van de vrucht van het land.
Die van Abel door het geloof. Die van Kaïn niet. Abel van het vee deed een offer. Waar had hij dat van? Genesis 3 vers 15. Een grote Nakomeling van Eva. Die komt om het zondenprobleem op te lossen. Grote strijd. Satans hoofd verbrijzeld. En Zijn hiel verbrijzeld. Hier de eerste indicatie van een lijdende Zaligmaker. De Zaligmaker naar deze wereld om te lijden en te betalen voor de zonden. Abel geloofde een Zaligmaker komt. Lijden met bloed. Iemand zal voor mij betalen. Zo hier door het geloof offerde Abel een groter offer dan Kaïn. Op een bepaalde manier was zijn offer groter dan die van Kaïn. Zijn offer was geaccepteerd.
Hoe toonde God dat Abels offer was geaccepteerd? Want het ging in rook op. Wat mogelijk is dat God vuur zond. En Abels broeder was furieus. Dat Abels offer geaccepteerd werd en dat van hem niet. ‘En door hetzelve geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven is’. Door de moord van Kaïn. Hij heeft een getuigenis.
Vers 5. Enoch. Leefde 360 jaar. Vader was Methusalem. Was door God weggenomen. Waarom gebeurde dit met hem net zoals met Elia? Door het geloof leefde een lang en rechtvaardig leven. Niet door het rechtvaardig zijn maar door het geloof. Het geloof was hem gegeven door God. Een getuigenis voor de vloed dat God hem naar hemel zou brengen door het geloof.
Vers 6: ‘Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is dergenen, die Hem zoeken’. Je moet dat geloven dat God is. En dat Hij een Beloner is. De hemelse beloning.
En vers 7: ‘Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde…’. Bevreesd het oordeel. ‘… De ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld’. Waarom duurde het zo lang? Gods geduld. Genade voor generaties. Erfgenamen der rechtvaardigheid. ‘Geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is’.
En vers 8, daar eindigen we mee: Abraham uit Ur in Haram. En wachtte daar voor een tijd totdat God hem riep. ‘Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou’. En vers 9: ‘Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die mede-erfgenamen waren derzelfde belofte’. Wat verwachtte hij? Een stad niet met handen gemaakt. In vers 13 van verre gezien en beleden gasten en vreemdelingen op aarde te zijn. ‘En indien zij aan dat vaderland gedacht hadden, van hetwelk zij uitgegaan waren, zij zouden tijd gehad hebben, om weder te keren. Maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid’.
We sluiten hier mee. Het gegeven geloof. In Christus te vertrouwen en bracht je tot God. Door de Heilige Geest op een bijzondere manier gegeven. Op aarde levend ontvang je veel beloften. Maar aardse beloften. Leef niet alleen voor de aardse beloften. Bid voor gezondheid, zaligheid van je kinderen, goede vader, moeder zijn, bid voor sterkte bij het werk en bewaring onderweg, dat is je voorrecht. Maar maak het niet alles. Geloof en beweging naar het eeuwige leven. Hebben ze van verre gezien. Je ziet de hemel met de ogen van het geloof. Vergroot hen dat is het geloof. Belijdende gasten en vreemdelingen te zijn. Maak je carrière, je huis, je familie hoe groot het ook is, het belangrijkste. Het is het geloof op het eeuwige leven.
Amen.
Zondag 15 september 2024 – Metropolitan Tabernacle Londen, Verenigd Koninkrijk – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 27 en Hebreeën 10 vers 35-39 en Hebreeën 11 vers 1-10