De stokbewaarder in de gevangenis van Filippi in grote nood vraagt: wat moet ik doen om zalig te worden. De apostel Paulus antwoordt hem: geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden. Het Evangelie klinkt vandaag: geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden. Geloof in Hem, geloof en vertrouw werkelijk in Hem als de Zaligmaker van zondaren die u redt. Geloof in de Heere, geloof in Jezus, geloof in Christus. En u zult zalig worden.
Handelingen 16 vers 30-31: ‘[30] En hen buiten gebracht hebbende, zeide hij: Lieve heren, wat moet ik doen, opdat ik zalig worde? [31] En zij zeiden: Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, u en uw huis‘.
Geloof in de Heere Jezus Christus
We lazen in de tweede Schriftlezing over Paulus die in Filippi was. Hij preekte eerst tot de Joden en dan tot de heidenen. Er was een vrouw, een purperverkoopster, ze was een gelovige. Ze was geen Jood maar een Proseliet. Ze nam deel aan de gebedsbijeenkomsten van de Joden. Ze was niet helemaal overtuigd. Toen Paulus kwam en Jezus Christus preekte, was ze bekeerd.
Ze had een groot huis. Paulus was daar en Silas en Lukas de arts en mogelijk een paar anderen. Van daar gingen ze om het missionaire werk te doen. De vrouw met een waarzeggende geest. Ze ging maar door. Paulus was ontevreden. Niet zozeer geïrriteerd denkt ik maar meer voor haar. Er waren meerdere van de duivelen bezeten. Paulus wierp de geest uit. Paulus en Silas werden voor het gericht gebracht en in de gevagenis van de stad geworpen.
En daar gebeurde deze geweldige gebeurtenis. In het onderste deel van de gevangenis zonder daglicht. De stokbewaarder zou als gevangenen ontsnapten zelfs gedood worden of zelfs gevangen worden gezet. Hij stond op het punt zichzelf van het leven te beroven. Hij had ervoor niet geloofd. Maar nu in grote nood. Paulus riep: doe uzelf geen kwaad. Wat moet ik doen om zalig te worden vroeg hij. Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden. Dat staat. Dat is de enige conditie. Er zijn andere dingen om aan te denken maar dit is de essentie.
Herken het enkelvoud. Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden. Voor u, stokbewaarder. Het is ook voor je huis. Je kunt niet als christen geboren worden. Of bij een doop van een baby. Zo kun je geen christen worden. Een voor een geloven. We hebben hier mensen die van een afkomst uit een christelijke familie komen. Ieder van ons moet in geloof komen.
Het is alleen door geloof. Niet door een of andere ceremonie. Of door meditatie. Het hoopt je in het contact met de Goddelijke realiteit te brengen. Niets heeft dat in zich in het christelijk geloof. Niet door een ceremonie, niet door een techniek, alleen door geloof.
Geloof. Een woord. Dat moet uitgelegd worden. Er zijn er die hier niet door bewogen worden. Ik geloof in een Persoon die de Heere Jezus Christus is. Heere, help mij. Hier doorheen. Een heel flauw geloof en misschien zelfs ik-gericht. Het moet geloof zijn. Ieder die in Mij gelooft heeft het eeuwige leven. Hem geloven, Hem vertrouwen.
Geloof in wat precies? In de Heere Jezus Christus. Ze geven Christus Zijn gehele naam en titel. Geloof Hem in de diepte. Hij is Heere. Hij is God. Gelijk met de Vader. Hij deelt alle eigenschappen van de Vader. Drie Personen in een Goddelijk wezen. Christus die kwam naar deze aarde is God. Alle mensen behoren Hem toe. Hij schiep ze. Je fysieke en mentale eigenschappen, Hij maakte je. Hij is bewezen Goddelijk. Bij zijn wonderen en macht. En door de profeten. Hij kwam neder om ons te verlossen.
Laat ik me een voorbeeld geven waarvoor ik mij moet verontschuldigen. Jaren geleden besloten mijn vrouw en ik het huis te verkopen. Het was geen goede tijd om het huis te verkopen. Ik ben vergeten wanneer het was, misschien tien/elf jaar geleden. We moesten het huis schoonmaken. We gaven het servies weg. Uiteindelijk ging de koop niet door. Toen moesten we ons eigen servies terugkopen. Het is natuurlijk een dwaas voorbeeld.
Christus kwam naar deze wereld. Straf Mij in plaats van hen. Je moet geloven in de Heere, de Zoon van God. Nooit geboren. Het is een woord om de relatie aan te duiden. Als God kon Hij de straf dragen. Wij kunnen alleen voor onze eigen schuld gestraft worden.
We moeten geloven in Jezus. Van de Hebreeuwse Naam. God redt. God bevrijdt. Van Jeshua. Het is Zijn persoonlijke Naam. Een man. Waarom moest Hij een volmaakt leven? Zodat Zijn gerechtigheid namens ons verworven werd. Dat volmaakte leven. Hij moest niet alleen lijden en sterven als God maar ook als mens. Hij was werkelijk mens, Hij stierf werkelijk.
We kunnen niet denken over Zijn Goddelijke natuur en menselijke natuur. Die waren zo verenigd. God en mens. Niet alleen Jezus maar ook als Christus Hem geloven. Hebreeuws: de Aangewezene, de Gezalfde. Dit is het plan van God de Vader, Zoon en Heilige Geest van alle eeuwigheid. Dat Christus zou komen en lijden en sterven. God in Zijn rechtvaardigheid moest de zonden straffen. En dat deed Hij in Christus.
Ik geloof in Hem als de Heere. Als Jezus. Als Christus. Hij kwam en Hij deed dit voor ons. Dit is hoe we geloven. In wat Hij deed. Als we Hem geloven, God wil het werken. Soms gedacht je moet meer dan geloven. Je moet ook geloven in Zijn heerschappij. Ja, dat zou je ook kunnen zeggen.
Het is een van de consequenties in je leven die plaatsvinden. Het zijn consequenties, geen voorwaarden. Je moet alleen geloven. Heere ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp. Toen ik tot bekering kwam, wilde ik niets doen. Niet werken. Ik weet niet wat het was.
En toen las ik een getuigenis. Een man die een redacteur was in Amerika. Toen hij een christen werd wilde hij iets doen. Hij bad tot Christus om hem te bekeren en ondertussen hij probeerde zich gewillig te maken. Je kunt jezelf niet binnen brengen. Alleen geloof.
Toen ik tot Christus kwam, Hij is werkelijk God. Hij is de Aangewezene, de Gezalfde. En Hij kwam. Ik geloof Hij is de enige weg tot de zaligheid en maakt me voor God alleen aanvaardbaar. Ik heb Hem nodig. O Heere, ik kan alleen door U gered worden. Wat U deed op Golgotha. Dat is bekering. Heere, help mij.
Het is onderdeel van de bekering. Als je op die manier tot Hem kwam, ben je bekeerd, ben je gered. Soms komen we en zeggen we tot onszelf: ik weet niet of ik gered ben. Heb je de Heere gevonden? Ik weet niet of ik Hem gevonden heb. Heb je Hem geloofd, Hem vertrouwd? Als je Hem werkelijk vertrouwd, dan ben je gered. Wie in de Heere Jezus Christus gelooft, is wedergeboren. Hij werkt al in je leven. Nieuwe verlangens. Meest belangrijke in je leven en zelfs al ben je niet helemaal zeker. En je bidt tot Hem. Al het anderen is een gevolg. Het nieuwe leven komt. Geestelijke gaven komen. Geloven daar gaat het om.
Charles Wesley dichtte: ‘Long my imprisoned spirit lay, Fast bound in sin and natures night; Thine eye diffused a quickening ray— I woke, the dungeon flamed with light; My chains fell off, my heart was free, I rose, went forth, and followed Thee. My chains fell off, my heart was free, I rose, went forth, and followed Thee‘.
Dat is geloof. Je vertrouwt Hem. De woorden die Ik tot je spreek zijn geest en zijn leven. Bekering is onderdeel van het geloof. De arm die uitstrekt naar Hem en Hem gelooft. Niet flauw maar met heel je hart. Misschien ben je niet helemaal zeker van zaligheid. Je moet Hem vertrouwen. Dat Hij je leven heiligt. Je moet het doen met dankzegging en vreugde. Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden.
Zondag 18 april 2021 – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk] – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 90 en Handelingen 16 vers 13-33