Gods gevoelens voor ons
God is zo bewogen met ons mensen, dat Hij ons wil laten delen in Zijn eeuwige liefde. God heeft geen lust in de dood van goddeloze, van iemand die God niet kent en hem verwerpt. God is rechtvaardig en moet de zonden straffen. Wij zijn ongehoorzaam geweest en verdienen allen de eeuwige rampzaligheid. Maar God vond een weg om mensen te redden: door de komst van Jezus Christus die de straf op Zich nam en leed en stierf voor allen die in Hem geloven en hun vertrouwen op Hem stellen. Vlucht tot Jezus Christus. Vraag Hem om verandering. Het is Gods grootste vreugde én Zijn liefste werk om mensen te redden en niet verloren te laten gaan.
Ezechiël 23 vers 18: ‘Zou Ik enigzins lust hebben aan den dood des goddelozen, spreekt de Heere Heere; is het niet, als hij zich bekeert van zijn wegen, dat hij leve?’.
Gods gevoelens voor ons
Als we Hem kennen en als we tot Hem gaan. Ezechiël was een profeet en priester. Voor de val van Jeruzalem. Ezechiël was 25 jaar toen hij priester werd. Daarna ook profeet. Hij begon te profeteren over de val van Jeruzalem. De ballingschap in Babylon. Hij is in het Zuidoosten van Babylon. Hij was in gesprek met mensen. God gaf de woorden aan hem. Mensen uiten hun klachten. Tegen God. God is niet eerlijk en recht, was de belangrijkste klacht. Waarom zijn we gevangenen en niet in ons eigen land. God straft ons vanwege onze voorouders. Ze impliceerden dat ze zelf goed waren. En dat zij het niet verdienden. Ze verwierpen Hem. Vers 2-4: ‘Wat is ulieden, dat gij dit spreekwoord gebruikt van het land Israëls, zeggende: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en de tanden der kinderen zijn stomp geworden? Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere Heere, zo het ulieden meer gebeuren zal, dit spreekwoord in Israël te gebruiken! Ziet, alle zielen zijn Mijne; gelijk de ziel des vaders, alzo ook de ziel des zoons, zijn Mijne; de ziel, die zondigt, die zal sterven’.
God straft mensen voor hun eigen zonden. Er zijn consequenties in de zonden van voorouders. Moeilijkheden kunnen opkomen. De straf van God en de eeuwige straf is altijd voor eigen zonden en niet voor de zonden van anderen. Vers 19: ‘Maar gijlieden zegt: Waarom draagt de zoon niet de ongerechtigheid des vaders? Immers zal de zoon, die recht en gerechtigheid gedaan heeft, en al Mijn inzettingen onderhouden, en die gedaan heeft, gewisselijk leven’. Jullie klachten zijn onterecht, zegt Ezechiël.
Het is niet anders vandaag de dag. We willen van onszelf God niet geloven. Van onze natuur. Vandaag de dag. Het is zo vanzelfsprekend dat God bestaat en ons geschapen heeft. Kinderen sterven, ouders zijn er verdrietig over. Hoe kan er een God van goedheid en vriendelijkheid zijn? Het antwoord is in de Bijbel. Het menselijk geslacht is tegen God. Rebellie. We hebben Hem verworpen en Zijn gunst verstoten. Al deze dingen zijn ons gegeven om terug te keren tot God. We zijn precies hetzelfde als het volk van Israël. Vers 20: ‘De ziel, die zondigt, die zal sterven; de zoon zal niet dragen de ongerechtigheid des vaders, en de vader zal niet dragen de ongerechtigheid des zoons; de gerechtigheid des rechtvaardigen zal op hem zijn, en de goddeloosheid des goddelozen zal op hem zijn’. God is altijd eerlijk en recht. Maar het volk van Israël is blind hiervoor.
Vers 5-9: ‘Wanneer nu iemand rechtvaardig is, en doet recht en gerechtigheid; Niet eet op de bergen, en zijn ogen niet opheft tot de drekgoden van het huis Israëls; noch de huisvrouw zijns naasten verontreinigt, noch tot de afgezonderde vrouw nadert. En niemand verdrukt, den schuldenaar zijn pand wedergeeft, geen roof rooft, den hongerige zijn brood geeft, en den naakte met kleding bedekt;Niet geeft op woeker, noch overwinst neemt, zijn hand van onrecht afkeert, waarachtig recht tussen den een en den anderen oefent. In Mijn inzettingen wandelt, en Mijn rechten onderhoudt, om trouwelijk te handelen; die rechtvaardige zal gewisselijk leven, spreekt de Heere Heere’. God is recht en oordeelt naar dat we verdienen. Maar zij verblinden zich. Dat was de reden voor hun eigen moeilijkheid en straf.
Het leed van God. God is Almachtig. Hij heeft alles in handen. Toch verdriet, leed, over zondaren. Enig vermaak in de dood van de goddeloze? Verlangen naar. Enige neiging van God? Ze moeten gestraft worden. Ik ben geneigd ze te vergeven. Het is Zijn verlangen. Naar binnen bij God. Hij moet de zonden straffen. Het is Zijn natuur. Heilige God. Zonden straffen. Tegelijkertijd is Hij bedroefd erover.
Als jij niet vergeven sterft, dan is God daar bedroefd over. Je moet eeuwig gestraft worden dan. Verlies je alles. Alle goedheid. Het leven is een totaal verlies dan. Verworpen. Alles wat ik geleerd heb is een verlies van tijd geweest. Alles wat ik gedaan heb is tevergeefs geweest dan. Alles gaat weg. Alles wat ik gegeven heb bij God. Al mijn gedachten. Geheugen. Capaciteiten. Activiteiten. God is bedroeft. Verschrikkelijk. Mijn leven is verloren gegaan. Dat een persoon moet vergaan. God is bedroeft.
Nieuw leven. 180 graden gedraaid. Je kunt het niet verdienen. Jezus Christus kwam uit liefde naar deze wereld. Hij zag de vergelding van Zijn loon. Het was onze pijn. Jouw en mijn. Elke onderdeel ervan. Het was voor ons. Hij betaalde de prijs voor ons. Hij offerde Zijn gerechtigheid op.
Het recht van God. Daar gaat het over. Als ik gezondigd heb. Heb ik ze gedaan? Ze zijn zo ernstig en zo slecht. Al het goede wordt overweldigd door het slechte. Je kunt dagen zitten en je goede daden opschrijven. Alles. Probeer een boek te schrijven erover. Maar je zonden zullen ze overweldigen. Je moet geoordeeld worden. De uren dat ik op mijzelf lette en niet op God. Zondige woorden en daden. Niet Hem hebben gediend. Het is niet zozeer de zonden die we gedaan hebben alleen, we zijn zondaren. We zijn zondaren. We doen zonden. Onze gerechtigheid is niets.
We plegen ongerechtigheid. Perversiteit. Mensen liegen. We maken zoveel excuses. Grote leugens. Geplande leugens. Ze komen eruit. Er zijn er die openen de mond en liegen. Met verzinselen. Zonden begint onderdeel ervan te zijn. Liegen met plezier. Trots ook. Het kan ook vastpinnen. Voelen ons beter dan anderen. Het wordt geduid in mijn gezicht. Soms verliezen mensen hun temperament. Het is als een octopus die zijn poten vastgeklampt. Ongerechtigheid komt in.
Iets verlagen. Met lust. Verschrikkelijke dingen. Een geheime zonden. Verborgen. Over iemand roddelen. Het is een vieze zonden. Zonden. Het woord zelf. Wat betekent het? Missen. Doel missen. De standaard die God eist. Die in ons hart geschreven zijn. In ons geweten. In de tien geboden. Het brengt ons in het oordeel.
Over de liefde van God die mensen opzoekt. Vers 27: ‘Maar als de goddeloze zich bekeert van zijn goddeloosheid, die hij gedaan heeft, en doet recht en gerechtigheid, die zal zijn ziel in het leven behouden’. Het lijkt erop dat er staat wat je voor je zelf kunt doen. Maar dat is niet zo. We moeten onszelf bekeren. Maar we kunnen het niet vanuit ons zelf. We kunnen uit onszelf niet veranderen. Maar we kunnen Hem aanroepen. Bekeren en Hem vragen. Hij wil en zal doen. Hij verandert ons. Hij helpt ons. Maakt ons niet. De prediker kan zeggen: ga tot God, leef voor Hem. Als je in de details komt: bekeer en werp je voor Hem neer. Vraag Hem om je nieuw te maken. De apostel Petrus zegt hetzelfde, op de Pinksterdag, bekeert uzelf van dit krom en verdraaid geslacht. Vertrouwen op Christus. Die de zaligheid heeft gebracht voor allen die in Hem geloven en Hij verandert je.
God laat zien. De persoon zijn de ogen geopend. Dat je leven voor God niet kan bestaan. Ziet Gods vergeving nodig te hebben. Het werk van Christus nodig te hebben. Hij weegt het. Hij bekeert zich. En vraagt God om verandering. Hij keert zich van zijn boze wegen. Hij zal zekerlijk leven. Vers 29: ‘Evenwel zegt het huis Israëls: De weg des Heeren is niet recht. Zouden Mijn wegen, o huis Israëls, niet recht zijn? Zijn niet uw wegen onrecht?’. En vers 31 en 32: ‘Werpt van u weg al uw overtredingen, waardoor gij overtreden hebt, en maakt u een nieuw hart en een nieuwen geest; want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls? Want Ik heb geen lust aan den dood des stervenden, spreekt de Heere Heere; daarom bekeert u en leeft’.
Hoe terug te keren tot God? Alles weg te gooien. Je gaat terug naar huis. In de keuken ruik je iets. Meteen duidelijk. Moet eruit. Werpt al uw overtredingen weg. Direct. Kom voor vergeving. Mijn grote verlangen voor jou. Mijn gevoelens voor je. Dat je leven ontvangt en niet voor eeuwig verloren gaat. Nu kom, Mijn grootste vreugde is om jou in de zaligheid te brengen en op de weg naar de hemel. De gevoelens van God zijn om ons te zegenen en te behouden. Bekeer je en geloof in Jezus Christus onze Heere.
Zondag 22 september 2019 – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk] – dr. P. Masters – Schriftlezingen Psalm 139 en Mattheüs 11 vers 16-30