De apostel Paulus roept de christenen in Efeze op tot heiligmaking. Hij gebruikt daarbij het beeld van het uitdoen van oude, vuile kleding en het aandoen van nieuwe kleding. Van nature zijn wij daartoe niet in staat en is het God die ons de oude mens uitdoet en de nieuwe mens aandoet. Maar vervolgens is het de opdracht om net zoals een jong kind daartoe niet in staat is maar volwassen wel zelf in de voortgang de oude kleding af te leggen en de nieuwe aan te doen.
Efeze 4 vers 17: ‘Ik zeg dan dit, en betuig het in den Heere, dat u niet meer wandelt, gelijk als de andere heidenen wandelen in de ijdelheid huns gemoeds’.
De nieuwe mens
De apostel gaat nu in op het praktische deel van het leven en heiliging. Paulus heeft het over de kerk en het grote belang ervan als het lichaam van Christus en dan komt hij tot de praktische toepassing.
De verdrietige staat van het menselijke hart. Leer van de gevallen mens. Niet meer wandelt in de ijdelheid van hun gemoed. Vaak vertaalt met trots maar dat is hier niet bedoeld. Leegheid van de geest. Het verstand, het grootste deel van wat de mens maakt. Menselijk verstand zoveel hoger dan de dieren.
De leegheid ervan. We hebben geen context, geen richting. Wat is het leven? De plaats van het menselijk geslacht? Er is geen context. Wat is er na het leven? De leegheid: er is geen context of doel. Atheïsme is er trots op. Natuurlijk, als je sterft is alles weg. Slechts een samenstelling van materie. De beroemen zich zelfs op de afwezigheid van enige betekenis.
Niet meer wandelt in de ijdelheid van het gemoed. Vers 18: Verduisterd in het verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de onwetendheid, die in hen is, door de verharding huns harten. Waarom is het zo vanzelfsprekend dat deze wereld gevallen is. En zo complex. Maar het verstand verduisterd. We kunnen het niet zien. Toch een instinct voor eeuwig leven. Ook onbekeerde.
Atheïsten: iemand gestorven en dan zeggen die ziet op ons neer. We kunnen het niet weerstaan. Vervreemd zijnde van het leven Gods. Goed vertaald. Ervan vandaan. Wat betekent het? Drie niveaus van leven. Dierlijke leven. Of veel hoger gewetensvol, menselijk leven. Of geestelijk leven dat is ver erboven. Dat is het leven van God, komt van God.
De onbekeerde heeft het niet. Onwetendheid in hem, dat hij een ziel heeft, onwetend over God het eeuwig Wezen. Onwetend over de val van de mensheid. Onwetend over zegen van God. Onwetend over leven in de ziel.
Je kunt nu denken: onwetendheid is niet mijn fout. Maar wacht, de apostel gaat verder. Waarom onwetend? Vanwege de verduistering van het verstand. Sommige verklaringen hebben het over de hardheid van het hart. Ik moet zeggen dat is in zeker opzicht beter. Mensen verantwoordelijk voor de verharding van hart.
De King James Bijbel gebruikt verduisterd. Dat is hetzelfde woord dat ervoor wordt gebruikt. Het is onze fout. Iemand legde het uit maar wij weerstonden het. Hier een Bijbel, lees het. Nee, nee. Het is een bewust weerstaan. Dat is de analyse van mensen.
Het komt terug in vers 19. Welke, ongevoelig geworden zijnde. Waar gaat het over? Over ongevoelig in het geweten. Er was een tijd dat we ons schuldig voelden over leugens. Maar het er kwam een tijd dat we het prettig vinden. Ongevoelig geworden. Je kunt ze niet aanraken, ze voelen zich niet verantwoordelijk.
Als een onbekeerde persoon ik gaf mij er gewillig aan over. zichzelven hebben overgegeven tot ontuchtigheid. Ontuchtigheid moeilijk te vertalen. Gewillig over te geven aan de lust. Isaac Watts: hoe verdrietig onze staat van het menselijk geslacht is, hoe diep de zonden is. Gewillig te bedrijven. Onreinheid. Alle onreinheid. En gewillig om er meer van te hebben. Dat is de onbekeerde staat voor God.
Vers 20. Doch u hebt Christus alzo niet geleerd. U Efeziërs hebt Hem zo niet geleerd. Indien u naar Hem gehoord hebt. Waarom zegt Paulus het zo? En niet u hebt het gehoord. Dat maakt het verschil: ik kan de boodschap horen en het toch niet horen. De boodschap van het Evangelie horen en het mij toch niet raakt. Maar als ik Hem hoor, de Man van de liefde, en nieuw leven, als Ik Hem hoor in het Evangelie, dat maakt het verschil.
Door Hem verteld. Dat is onweerstaanbaar. En Hem zoeken en vinden. Vers 22. Te weten dat u zou afleggen, aangaande de vorige wandeling, den ouden mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding. Dit is de roep van Christus. Het heeft twee niveaus.
Het eerste is het afleggen van de oude kleding. En het tweede is het nieuwe kleed aandoen. Het is niet zoals werkkleding aan het einde van de dag en dan iets wat gemakkelijker zit aandoet. Het gaat over een kleed dat je nooit meer aandoet. Zo vies, weggooien. Iets aandoen, iets schoons en beters.
Het is allereerst van toepassing op de bekering en dan op het voortgaande christelijke leven. Maar het werkt op een verschillende manier. Als je komt tot Christus, dan is dat het uitdoen van het oude kleed. Maar je kunt het niet, dat is het probleem. Als een onbekeerde je kunt dat niet maar God doet het. Je komt als een kind. Moeders weten het. Een kind tot zeg 2.5 jaar kunnen zichzelf niet aankleden. Moeders moeten trucjes uithalen om het kind aan te kleden.
De oude mens die bedorven is. Oud voedsel dat te lang open is en bedorven is. Liegende harten, vol van lusten. God moet het alles doen. Als je komt tot Christus komt, en je bekeerd, je kunt zelf je oude kleed niet afdoen. Maar God zal het doen. Als je onbekeerd bent, dan moet je als een kind door God omgekleed worden.
Zodra je bekeerd bent, moet jij de oude mens afdoen. De oude natuur is nog steeds daar. Inwonende zonden. Die naar buiten willen komen. Elke dag moet je de oude natuur afdoen. Oneerlijkheid. Onreinheid. Dagelijks. Je bent niet meer een kind. Maar doodt ze, breng ze naar de dood.
Laten we het nogmaals over de onbekeerde persoon hebben. Ik schaam me voor de oude natuur. Ik bekeer mij. En vertrouw op Christus. En God geeft mij een nieuw kleed en een nieuwe natuur. Je geest komt tot leven. Nieuw doel. Je hebt de Heere lief. Vers 23. En dat u zou vernieuwd worden in den geest uws gemoeds.
Vers 24. Nieuwe mens. Niet de bedorven mens. Maar een totaal nieuwe. Niet een oude een beetje opgeknapt. Dat is het probleem vandaag. Mensen denken dat de bekeerd zijn. Moderne kerken. Ze zijn niet veranderd. Nog steeds voor een deel in de wereld. De nieuwe mens betekent een nieuw leven. Totaal. Het betekent in het beeld van God. Niet dat we zelf Goddelijk zijn.
Heiligheid is eerlijk in het contrast van corrupt en onbetrouwbaar. Het gaat ook over het leven van de heiligheid, het voortgaande leven. Is het teruggekeerd in je leven? Ben je onvriendelijk geweest? Ongehoorzaam. Onrein. Gekeken naar dingen die vuil zijn. Is iets van het oude leven teruggekomen? Oefen elke dag het hart. O Heere, reinig mij. Haat het en werp het uit. Verdedig je ertegen. Bid om de hulp van God. Haat het. Dat helpt voor de zonden die je wilt begaan. En leg het oude af. Dat is heiligheid en God wil ons hebben.
Vers 24. Vergeet dat niet. En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid. Ben ik niet genadig? Vriendelijk. Geloof. Geduldig. Wandel ik vandaag in volmaakte integriteit. Elke leugen afleggen. Genadige woorden en geduld. Ik zie mijn afdwalingen. Heere, help mij en reinig mij. Werken van heiliging. Jij hebt daar een opdracht in. Dat is de ware heiligheid.
Dat brengt ons bij een andere studie, vers 25. Daarom legt af de leugen, en spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; want wij zijn elkanders leden. Paulus zet de standaarden op een rijtje. Maar om daar te komen is de vernieuwing van het leven en het voortgaande proces van heiliging. En de Heere wil ons daarbij helpen.
Zondag 11 juli 2021 – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk] – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 66 en Kolossenzen 3 vers 1-15