De apostel Paulus waarschuwt de broeders en zusters in de christelijke gemeente om niet mee te gaan in het gedrag van anderen die ongeregeld wandelen. Het gaat om mede broeders en zusters binnen de christelijke gemeente. Paulus gebruikt militaire termen van de instructies die opgevolgd moeten worden en de standplaats die moet zijn ingenomen. Hoe is het met ons vandaag? Zijn wij ons bewust van de gevaren en volgen wij Gods inzettingen?
2 Thessalonicenzen 3 vers 62 Thessalonicenzen 3 vers 6: ‘En wij bevelen u, broeders, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij u onttrekt van een iegelijk broeder, die ongeregeld wandelt, en niet naar de inzetting, die hij van ons ontvangen heeft‘.
De autoriteit van het Woord van God
Vers 6 begint met een gebod. Het is een klein woord met kracht. Militaire term. Het moet gebeuren. Als het gebod niet wordt gevolgd, dan gaat het mis met het strijdplan en wordt de strijd verloren. Het moet begrepen worden. Het is vitaal. En wij bevelen u, broeders. In onze tijd gaat het over adviezen, optioneel. Maar dit moet gebeuren.
Het staat er op een hele vriendelijke manier. Broeders en zusters in de Heere. Maar het betekent niet dat het vrijblijvend is. We staan onder de orders van de Heere. De apostel Paulus is geïnspireerd door Christus, van de opgestane Heere. In de Naam van de Heere Jezus Christus. Door Zijn directe aansturing. Gebod van de Heere Zelf. We benadrukken het omdat het zo belangrijk is. Vrijblijvendheid zoals in deze tijd is er niet bij.
Het gebod is dat u onttrekt van mensen die bepaalde dingen doen. Broeders zelfs. Christenen. We kennen ze, ook als gezegend door God. Maar we mogen ons toch niet afscheiden van een broeder in God? Toch zegt Paulus ga niet mee met broeders die bepaalde dingen die absoluut niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van God. Je mag geen nauwe relatie met hen hebben. Ook in de werkomgeving. Je kunt ze vermanen. En voor ze bidden. En bewegen tot de goede weg. Proberen te bewegen maar we kunnen niet met ze werken.
Ongeregeld wandelt. Niet een keertje erin valt. Maar erin wandelt, voortgaat. Niet als iemand een fout maakt. Iemand die consistent wandelt, ongeregeld wandelt. Irregulier. We gaan terug naar een militaire positie. Hij heeft niet zijn eigen positie ingenomen. Als je daar niet staat, kan er een ramp gebeurt. Als hij er is en strijdt, dan gaat het goed. Maar als hij er niet is, en anderen niet weten waar hij is, dan gaat het niet goed.
Hoe behandelen we de kerk? Kijk naar het internet. Honderden die zichzelf presenteren als predikers. Niemand heeft gezegd dat ze geschikt zijn zoals de regel van de kerk. Sommigen zijn zo bekend. Duizenden volgers. Vaak ook vrouwen. De Schrift zegt: geen vrouwen. Heb ik niet mee te doen. Ik volg mijn ogen plan. Absoluut buiten de orde. Het is niet in lijn met de Schrift. Luister je naar zo’n dienaar? Het gebod van Christus is om je te onttrekken van zo’n persoon. Je zegt misschien: de persoon leert niet vals. Maar kijk er maar hoe het eraan toegaat.
De inzetting. In ons begrip denken we bij traditie aan de Rooms Katholieke kerk. Allerlei tradities. Lees hier voor inzetting de Schrift. Hoe de kerk moet zijn. Hoe het christelijk leven ingericht behoort te zijn. Deze persoon, zoals hier beschreven, wil niet de inzettingen volgen. De apstologische inzettingen. Wat deed Paulus? Was het een drama-toneel met acteurs. Geen moment, geen teken op enig moment. Hij predikte. Dat is het apostolische voorbeeld. Als ik niet preek. Mensen zeggen: ik houd niet van preken. Drama en films. Dat is de manier hoe gecommuniceerd God. God heeft de prediking aangewezen voor het brengen van het Evangelie.
De meest makkelijke manier zoals mensen willen is aansluiten bij wereldse entertainment. De paus erbij. Een grote baas. Nee, zegt Paulus. De Schrift wijst aan dienaren en ouderlingen en diakenen. Fragiel? Nee, het is het apostolische voorbeeld. Discipline in de kerk. Voor de dienaren, voor de ouderlingen en diakenen. Niet zelf bedacht. Maar op elkaar aangewezen. De kerk behoort een gebedsontmoeting te hebben zoals de kerk in Handelingen beschreven is. Werken ook. Niet je werk opgeven en binnen de kerk je hand ophouden. Gaat tegen Genesis in. Mensen moeten werken, gevolg van de zondeval ook. Werken is een getuigenis van de zondeval.
Paulus werkte. Niet het brood eten van anderen. Zelf werken. Als een voorbeeld voor anderen. Paulus had de roeping en het recht om door de gemeenten geholpen te worden. Hij deed het niet. Hij was een tentenmaker met zijn eigen handen. Zelf na de dienst maakte hij diensten. In de Schrift duidelijk om hen te ondersteunen die dienaren zijn in de kerk. Maar Paulus gebruikte het als een voorbeeld. Te werken als een tentenmaker. Overdag preekte hij, in de avond maakte hij tenten.
Soms hoor je over een dienaar die een fortuin heeft. Dat is helemaal niet het voorbeeld van Paulus. Altijd met mate. Als iemand niet werkt, dat hij ook niet eet. Er waren er, misschien zelfs de meerderheid, die ijdele dingen deden. Met stipje is het werk doen. Een paar jaar geleden las ik over iemand die dit uitlegde over het dagelijks schrijven van een blog. In stilheid. Denk eraan. Wat er gaande is op sociale media? Als een paar mensen het lezen. Eigen ideeën verspreiden.
Zij werken en eten hun eigen brood. Paulus geeft voorbeelden. Over mensen die niet werken maar ijdele dingen doen. Zegt iemand: dit geldt mij niet. Maar het is het principe. Het is veel meer dan ijdele dingen doen. Het is ongeregeld wandelen. Ik geef een voorbeeld. De zondag. Iedereen die hier de zondag niet serieus neemt als de dag van de Heere en na de dienst eigen gang gaat en naar de winkel of handelt doet. Of de televisie aanzet met niet alleen het nieuws maar ook allerlei entertainment troep tot zich krijgt. Gaat het om ons? Het is een voorbeeld van de dag van de Heere niet eren. Een ander voorbeeld is vriendschap met de wereld. Een pub, een club, een bar. Spreuken 22 heel duidelijk dat het tegen de Schrift is. Kan niet zo zijn zoals overspel en de afgodtempel bezoeken. Waak op. Bedenk wat je doet. Het is niet goed.
Sommigen zeggen: als je dit zo leert ben je een legalist, legalismelegalisme. Ze weten niet wat het is. Het is niet doen om gered te worden door God. Maar omdat je door God gered wil je Zijn geboden houden.
Begeerten. Je begeerte is een groter huis, grotere auto. Het moet niet onder ons gevonden worden. Je volgt de inzettingen van de Schrift dan niet. Niets te maken willen hebben met valse leraars. Als we ons ermee inlaten, dan plaatsen wij onszelf buiten de kerk van God. We moeten heel voorzichtig zijn met Kerk van Engeland. Maar velen zijn niet gehoorzaam aan het Woord. We zeggen goedemorgen tegen hen maar blijven op afstand.
In vers 11 lezen we over hen die niet werken maar ijdele dingen doen. In vers 12 staat de zodanigen bevelen en vermanen wij door onze Heere Jezus Christus. Vertraagt niet in goed te doen. Wordt in vers 14 hetzelfde gezegd als in vers 6? Nee, nog meer. Ook van hen te onttrekken die met de anderen die ongeregeld wandelen meegaan. Als je een nauwe vriendschap hebt met hen, zelfs dan je ervan te onthouden. Tekent dien. Vermengt u niet met hem. Ik ben erdoor geschokt. Bid voor hem. Niet behandelen als een vijand. Maar vermaan hem als een broeder.
Het is een moeilijk hoofdstuk om te verstaan maar heel belangrijk. Ik wijs nog een extra moeilijkheid aan. Als iemand het niet te doen is om het geloof en daarheen wijst, dan niet in meegaan. Ik geef een voorbeeld. Jaren geleden wilde baptistengemeente geen onderdeel uitmaken van denominaties. Anderen gebruikten het argument dat het niet om de meest belangrijke geloofspunten ging en dat ze er daarom wel in mee konden gaan. Maar als anderen niet naar de Schrift handelden, hoe kunnen ze dan erin meegaan? Paulus maakt niet het onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. Van iemand die zich ongeregeld gedraagt moet je je onttrekken en zelfs van anderen die zich weer met anderen vermengen die zich ongeregeld gedragen.
Ik eindig met vers 16. De Heere nu van de vrede geeft je vrede. Houd je aan de Schrift. Vrede behoort de norm te zijn bij ons. Het moet geen moeilijke standaard zijn om te halen. In allerlei wijze. Mag God zo bij elkaar brengen, zelfs in vervolging. De Heere zij met u allen.
Je weet van de levende erfenis van Jezus die Hij gaf aan Zijn discipelen: Mijn vrede geef Ik u. Voor elkaar te bidden, die vrede, te bidden voor het behoud van zielen van de mensen om ons heen.
Zondag 19 januari 2020 – Metropolitan Tabernacle Londen – dr. P. Masters – Schriftlezingen Psalm 115 en 2 Timotheüs 3