De apostel Paulus is bezorgd over de bediening van het Evangelie tot behoud van zielen. Het is het Woord der waarheid, het Evangelie waarin zondaren tot de Zaligmaker Jezus Christus worden geleid door het werk van de Heilige Geest. Hierin zijn gelovigen betrokken en in het bijzonder dienaren. Niet voor zichzelf, tot eigen eer, maar waarbij het Evangelie van vrije genade voorop wordt gesteld. Als niets hebbende en nochtans alles bezittende. Als stervende, en ziet, wij leven. 

2 Korinthe 6 vers 7: ‘In het Woord der waarheid, in de kracht van God, door de wapenen der gerechtigheid aan de rechter zijde en aan de linker zijde‘.

Het voorbeeld van een echte dienaar

De apostel is bezorgd is over de bediening van de verzoening. Om zielen naar de Zaligmaker te brengen. De inzet van de gelovigen die daaraan in betrokken zijn en in het bijzonder de dienaars. We heeft hiervoor gesproken over wat nodig is. Reinheid, kennis, lankmoedigheid en goedertierenheid.

De wapens van de strijd. In het Woord der waarheid. Deze woorden zijn zo rijk. Wat bedoelt hij ermee? Onze gedachten gaan uit naar dat hij hier de hele Bijbel en doctrines gebruikt. Maar hij spreekt specifiek over het Evangelie. In welke u vertrouwd hebt. Het Evangelie van uw zaligheid. Het refereert specifiek aan het Evangelie van uw zaligheid. In Kolossenzen gebruikt hij vrijwel hetzelfde. Hij heeft het Evangelie in gedachten. Dat is niet verrassend omdat het onderwerp is de verzoening met God. Het zou vreemd zijn als hij het niet zei. Het verrast ons niet dat hij een van de termen gebruikt van de ziel reddende elementen van het Evangelie.

Het gaat om het prediken van het Evangelie. We moeten het altijd benadrukken. Vreemd genoeg wordt het heel gemakkelijk verlaten. Zo vaak geen Evangelische bediening. Dat het gaat om te redeneren, te handelen tot behoud van zielen. We hebben het vaak zien gebeuren ook in dit land. Maar dan in een opwekking dat het Evangelie weer helder gaat klinken.

De laatste keer dat ik dit deed was eind van de jaren ’90 voor het millennium. Ik was in Amerika en sprak daar over Evangelische prediking. Maar tot mijn verbazing vonden de jongeren, twintigers, in het seminarium het niet met me eens waren. Het was niet wat zij geleerd hadden en in lessen voorgeschoteld kregen. Ik was er verbaast. Dat het bewegen van mensen tot het geloof door het Evangelie niet zo in trek was.

Veel christenen denken dat als je de Bijbel opent het Evangelie predikt. Nee, dat is niet zo. Als je niet zondaren beweegt en dringt tot de zaligheid, dan is het niet Evangeliebediening. Het kan ook een leerdienst zijn. 1 Korinthe 2 vers 1-4: ‘En ik, broeders, als ik tot u ben gekomen, ben niet gekomen met uitnemendheid van woorden, of van wijsheid, u verkondigende de getuigenis van God. Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd. En ik was bij ulieden in zwakheid, en in vreze, en in vele beving. En mijn rede, en mijn prediking was niet in bewegelijke woorden der menselijke wijsheid, maar in betoning des geestes en der kracht’.

Hij spreekt over het werk van de Heilige Geest die mensen trekt tot de Zaligmaker. In de kracht van God, door Zijn kracht. In het Woord der waarheid. Eerlijke prediking en gebeden. Niet bij drama en gevoeligheden. Door de kracht van de Heilige Geest. Er zijn mensen die zeggen: is dat alles wat we hebben? Prediking. Om de emoties te bewegen. Bij het Woord der waarheid. Door de kracht van God.

De apostel gaat verder in vers 7. Door de wapenen der gerechtigheid. Efeze 6 vers 13. Om staande te blijven in de bozen dag. ‘Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag, en alles verricht hebbende, staande blijven. Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid. En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes. Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen. En neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord’.

Paulus heeft het hier over dezelfde uitrusting. Door de wapenen der gerechtigheid aan de rechter- en aan de linkerzijde. Wapenen om aan te vallen en te verdedigen. Het zwaard van het Woord hetwelk is de Geest. Maar ook het schild van het geloof. We moeten ons eigen hart beschermen van de duivel. Het werkt niet als we ons eigen hart niet beschermen tegen aanvallen. Tegen twijfel en vrees. Dat is wat Paulus bedoelt met de wapenen der gerechtigheid aan de rechter- en aan de linkerzijde.

In vers 8 gaat hij verder en wijst hij erop dat we erin betrokken zijn ongeacht wat we zullen tegenkomen. We leven in een tijd van intellectuele weerstand. Door eer en oneer en door kwaad gerucht en goed gerucht. Het eerste gaat om wat hij te zien krijgt, het tweede niet. Het eerste was wat hij hoorde van gelovigen. Dat ze hem prezen. En oneer van de heidenen en Joden die zich tegen hem verzetten. Er waren er die probeerden om Paulus in diskrediet te brengen en zij hadden betere geloofsbrieven.

De Joden beschuldigden hem vals. Ook de Romeinse autoriteiten die zich tegen hem keerden. En dan waren er mensen die erin betrokken waren maar geen ware gelovigen. Ze wilden de reputatie van christenen zonder de offers. Er was veel kwaad gerucht. Wel vandaag, we ontvangen waarderen van christenen. En christenen die getuigen. Maar de cultuur verandert.

Toen ik een jonge dominee was kreeg ik veel waardering. Nu word je weinig bedankt. Een andere cultuur. Mensen zijn dankbaar maar het wordt weinig uitgesproken. Vroeger was het veel meer onderdeel ervan om dankbaar te zijn en waardering uit te spreken. Maar ze zijn niet hier om geprezen te worden. We leven niet om geprezen te worden. Pijnlijk genoeg zijn er dominees die ervoor leven. Als mensen wereldse invloeden in de kerk worden, dan geven ze niet thuis omdat mensen zich dan tegen zich keren. Maar we moeten de grenzen bewaken, wat het ook betekent.

Vers 9. Onbekend en nochtans bekend. Het gaat niet over er niet van gehoord hebben. Onopgemerkt, niet opgeëist. Geen onderscheidingen, prestaties. Niet gerapporteerd. Een vreemde stilte over je. Je zult niet worden opgemerkt. De wereld verwerpt je. Een onbekende dienaar van de verworpen Heere. En nochtans bekend. Doe het nooit om bekend te zijn in de wereld. Als stervende, en zie, wij leven. En zie! Kijk ernaar! We zijn levend. We dienen. We prediken. Toen hij gestenigd was en gerekend was dat hij dood was. Hij bewoog zijn voet en ging naar de volgende stad en predikte. We leven bij de voorzienigheid van God. Maar zie. Ik leef. Ze werpen ons uit de stad. Maar we staan op. We prediken. We komen in de gevangenis. Voor Felix en Agrippa. Romeinse procureurs.

Maar we getuigden. Als stervende, en zie, wij leven. Het was niet het einde van de geschiedenis. Er is zoveel voor ons in deze korte frase. ‘Wij zijn dwazen om Christus’ wil, maar gij zijt wijzen in Christus; wij zijn zwakken, maar gij sterken; gij zijt heerlijken, maar wij verachten. Tot op deze tegenwoordige ure lijden wij honger, en lijden wij dorst, en zijn naakt, en worden met vuisten geslagen, en hebben geen vaste woonplaats’ [1 Korinthe 4 vers 10 en 11]. God gaf hem deze verbazingwekkende bediening.

Vers 10: ‘Als droevig zijnde, doch altijd blijde; als arm, doch velen rijk makende; als niets hebbende, en nochtans alles bezittende’. Als droevig zijnde. Er zijn zorgen. Droefheid voor getuigende christenen. Deze die in hun familie getuigen zien anderen Christus verwerpen. We zien jongeren die de Heere verwerpen. Omstreden van Hem.

We kijken naar de tieners en we zijn zo verdrietig. Ik denk aan mijzelf als tiener dat iemand mij erop wees. Ze konden naar mij kijken en zeggen: je hebt niets en je verwerpt het vanuit een erbarmelijke positie. En we zien ook jongeren de Heere zoeken en vinden. Maar er zijn zorgen.

We zien het geloof ontkend worden. Aanvallen. We zien onze eigen falen. Er is droefheid. Maar altijd blijde! Het Woord van God verhoogd. Een toekomstige bestemming. Als arm, maar velen rijk makende. Paulus had niets. Hij werkte voor zijn eigen onderhoud. Dat niemand er een voorbeeld in zag om er zelf voordeel uit te halen. Niet voor eigen voordeel.

Toen Felix, de Romeinse Galilea. Paulus kon hem niets geven. Hij had niets. Hij was een arme man. We lezen over rijke dominees. Welvaartspredikers. Die verschillende vliegtuigen hebben. Niets of dat. Maar als Paulus. Zilver of goud heb ik niet, maar wat ik heb dat geef ik u. Ik hoor zelfs over hervormde predikers vooral in de Verenigde Staten.

Een rijke dienaar kan niet zonder compromis zijn. Het kan niet. Voor je boeken. Je bouwt op vermogen. Maar je wereldgezindheid wordt dan niet geraakt. Het verwondt niet alleen je reputatie maar ook je inkomen. Er is altijd een compromis. Al leert hij het goede. Maar het kan niet zo zijn. Als Paulus, als niets hebbende en nochtans alles bezittende.

Toen Paulus in de glorie inging, was het als martelaar. Hij had het geld niet nodig hebben. Niet de steun. Hij wist dat God hem naar Rome bracht. Gearresteerd door Festus. Hij had niets. Zijn invloed was overal. De kerken waren gestart. Duizenden kwamen tot de Heere. Hij had niets. Maar hij die finale triomftocht toen hij de glorie inging. Wees voorzichtig was je bezit en bezit van je neemt. Wees nooit rijk in de bediening. Plaats het Evangelie voorop. Als je de hemelse heerlijkheid ingaat zul je alles bezitten.

 

Zondag 24 mei 2020 – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk], dienst online uitgezonden – dr. P. Masters – Schriftlezingen Psalm 86 en 2 Korinthe 6