De apostel Paulus leert in zijn tweede zendbrief aan de christelijke gemeente van Korinthe dat christenen geen ander juk mogen aantrekken met ongelovigen. Ze waren koud geworden in Korinthe door zich in te laten met het Judaïsme en nu worden ze tot de orde geroepen. Zo hebben christenen zich ook vandaag de dag niet te vermengen met dat wat naar het Woord niet is. Wie Christus tot Hoofd heeft volgt Hem. Dat geldt heel ons leven. Voor de kerk en het christelijke leven, voor verkering en huwelijk. 

2 Korinthe 6 vers 14: ‘Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis?‘.

Het ongelijke juk

Als we nu tot de doctrine komen over valse predikers en als het gaat over het christelijk huwelijk. Sommigen willen dit niet horen. De bewering is dat niemand verkeerd is. Maar we moeten heel de Schrift behandelen. Dit is waar. Het is Gods Woord en Zijn lessen.

We moeten het hebben over de kerk in Korinthe die koud werd. En ook in tijden. Het was heel serieus. O Korinthiërs. Zo ze bij naam te noemen halverwege een brief. Voor ons komt het koud over in de taal maar toen was het heel affectief. Ze waren heel erg verkild richting Paulus.

Je spreekt alleen maar met iemand in de familie of een hartsvriend. We herinneren de tijd dat het warm en liefdevol was, schrijft Paulus. In vers 2 schrijft hij dat u niet bent nauw in ons, maar u zijt nauw in uw ingewanden. Nu koud. Reflecteer erop. Om warmer te zijn. Was al gebeurd ervoor, 1 Korinthe 7 vers 7. Tot bepaalde hoogte hadden ze zich ervan hersteld. Maar nu weer nodig omdat ze zo koud waren tegen de apostel en medearbeiders.

Waarom was het? Waar kwam het van? Judaïsme. Dat was de groep van valse predikers die rond gingen. Ze vertelden de heidenen dat ze geen verzoening met God hebben behalve als ze de oude instructies van de wet van God toepassen. Besnijden. Niet alleen Christus is genoeg. De Korinthiërs waren er erg voor open. Er was dan wel geen televisie, voordat de massa entertainment er was, kwamen ze er erg gefascineerd over.

De Judaïsten waren geen ware gelovigen maar infiltranten. Het begon de Korinthiërs pijn te doen wat ze hadden gedaan met het binnenlaten van de Judaïsten. Nu bij vers 14. We zien hoe het precies in de context past. Ze waren koud tegenover de apostel. Ze moesten geïnstrueerd worden.

De eerste toepassing is dat ze geen onderdak moeten bieden aan Judaïsten. Dat ze geloven in het Evangelie en het kruis van Golgotha. Acceptatie alleen in Christus. Paulus brengt het samen met het ongelijke juk.

Niet met kerken in zee gaan die niet geloven in het ware bloed van Christus. Ga niet op de weg met christenen die andere dingen geloven. Ga nooit naar een kerk waar de waarheid geleerd wordt. Of naar kerken waar men zich vermengt in een denominatie waarbij invloed is van valse kerken.

De os en ezel gaan niet samen zoals in Deuteronomium staat. Het is ook van toepassing voor de individuele christen. Het is van toepassing op verkering hebben en het huwelijk.

Als iemand bekeerd is terwijl die persoon al getrouwd is. Paulus handelt ook erover als een reeds in een huwelijk en dan tot bekering komt. Alleen als de ongelovige de ander verlaat. God is krachtig. Hij wil helpen om de ander, de ongelovige, ook tot Hem te trekken.

Als het gaat over verkering en het overwegen van huwelijk. Het kan niet om twee totaal verschillende dieren in hetzelfde juk te hebben. Welke gemeenschap, delen, participatie heeft gerechtigheid met ongerechtigheid?

Welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis. Gemeenschap. Wat ik bezit, bezit jij. Wat jij bezit, bezit ik. Gedeeld eigenaarschap. Je kunt licht en duisternis niet mengen. Je kunt, zegt iemand. Je hebt gedimd licht. Dat is het punt. Het licht is bedekt.

Je hebt niet de goedheid en warmte van de zon maar je hebt een bewolkte dag. Als je veel duisternis inbrengt, dan wordt het licht daardoor bedekt. Je kunt in een kerk zijn waar sommige mensen de waarheid uitdragen en andere valse leerlingen. Dan heb je bedekt licht.

Als je kerk verbonden is met de denominatie. Je hebt een groot handicap. Je werkt met het licht in de duisternis. Wat hebben licht en duisternis gemeen? Het licht verlicht de duisternis als het een Evangeliegetrouw is maar het is niet goed als licht en duisternis worden vermengd.

Je mag niet trouwen met een ongelovige. Wat samenstemming heeft Christus en Belial? Belial staat voor de duivel, de satan. Wat doet Paulus hier? Hij zegt hier iets anders waar je op moet letten. Als je in de kerk Christus dient, dan kun je niet de duivel dienen. De ene Generaal tegen de andere. Kan er niets mee te maken hebben.

Als je in een kerk bent die zich heeft vermengd met de beweging waarbij iedereen bijeen is gebracht maar niet door de waarheid geleid wordt. Het is zo on-Bijbels. Samenstemming. In het Grieks betekent het de harmonie in het zingen. Onze hoofden die we dienen. Het hoofd van het Licht of het hoofd van de duisternis.

Het is waar kerken entertainment inbrengen met allemaal drummuziek. Antimoraal. Het kwam in de jaren ’60. Seksueel getint zelfs. Zelfs sommige christenen brengen het in de kerk. Maar je mag het niet doen.

Wat deel heeft de gelovige met de ongelovige? Welk loon, welke beloning is er te verwachten? Christenen die hemelse erfenis die ligt te wachten, in de hemelse heerlijkheid in te gaan. Die we nooit verdiend hebben bij onszelf. De beloningen van de duivel zijn eeuwige spijt en verlies.

De wereld gaat het om nu. Sensaties nu. Maar de christen kijkt naar de toekomst. Weet je wat Jezus zei over de Farizeeën? Hij zag ze aan. Ze droegen lange klederen. Pronkten met hun verdiensten en eigendommen. Ze gaven heel zichtbaar hun geld. Hun rijkdom. Zij hebben hun loon weg. Dit is wat ze willen, door mensen aangebeden worden. Ze hebben geen beloning in het leven hierna. Ze willen dit. Die tijdelijke aanbidding van mensen.

Zachte rock. De woorden zijn redelijk voor christenen maar ze gaan voor de aanbidding van mensen. Het is als de Farizeeën. Muziekgroepen die als een rockband door het land reizen. Mensen geven een ovatie en bewonderen hen. Zo ontvangen ze de waardering die ze willen.

Het is niet goed. We zoeken geen aardse bezittingen maar hemelse. Maar welk deel heeft de ongelovige met de ongelovige? Hetzelfde met het huwelijk. Wat heeft iemand die de prioriteit zet op de dienst van de Heere en de hemelse beloningen te doen met iemand die aardse waardering zoekt?

Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Tempel was van voorheen, in het Oude Testament. De Joden waren over op een ding heel jaloers. Een afgod. Een valse god in de tempel. Paulus gebruikt het voorbeeld als een argument. De tempel van God heeft geen samenvoeging met de afgoden. Het is blasfemie.

Elke kerk is een tempel van God. En iedere christen individueel een tempel van God. Jij en ik. God woont daar in door de Heilige Geest. Hoe kun je delen en een afgod inbrengen? Een kerk met een valse kerk. Of in verkering, huwelijk een afgod in je hart brengen?

Paulus citeert Jesaja 42 en Exodus ook. Vers 18. Merk je de sterke conditionele voorwaarde voor de zegen? Afscheiden, ver weg bij blijven. Van zonden. Bij de rockcultuur. Ver weg bij blijven. Scheidt u af. Raak geen onrein aan. Wees rein.

We zijn het Christus schuldig. Om Hem te gehoorzamen. Om de tempel rein te houden. Het is liefde die gehoorzaamt. Moge God ons hierbij helpen om Hem te gehoorzamen.

 

 

Zondag 31 mei 2020 – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk], dienst online uitgezonden – dr. P. Masters – Schriftlezingen Psalm 92 en 2 Korinthe 6 vers 11-18 en 2 Korinthe 7 vers 1-4