De apostel Paulus wijst de christenen in de gemeente van Korinthe op de ware bekering. Niet een halve en lichte bekering die geen werkelijke verandering brengt in het leven maar droefheid tot God. Want alleen dat werkt een onberouwelijke bekering. Gericht op het zelfonderzoek: of Christus in ons is. Hij is in allen die in geloof aan Hem verbonden zijn. De oproep tot bekering klinkt. En Christus te verkondigen: ambassadeurs van Christus.
2 Korinthe 13 vers 5: ‘Onderzoekt uzelven of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is? Tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt‘.
Paulus’ banden van liefde
We beginnen met terug te gaan naar vers 13 van 2 Korinthe 12 voordat we tot de tekst komen. De apostel Paulus maakt plannen om voor de derde keer hen te bezoeken. Maar hij doet niets voor henzelf. Hij wil niets van hen aannemen. Het probleem van de gemeente in Korinthe was de valse leraren. Judaïsme. Zij gingen verkeerde wegen. Maar Paulus wil niets van hen aannemen.
In vers 12 en 13 worden positieve zaken dingen genoemd. De apostel heeft grote bewogenheid voor alle leden van de gemeente. Hij had bekeringen zien. En er waren problemen. De liefde tot allen is er. De deel van de gemeente, de minderheid, wilde van Paulus niet weten. Ze beschuldigen hem maar zelfs het zenden van Titus was geen terechte beschuldiging want ook die nam niets aan.
Vers 20. Woordenstrijd geweest. En jaloezie. Dit meer doen, de predikers die meer doen. Boosheid, woede. Ik stel me zo voor dat het nu meer in huizen gebeurd. Temperament niet aankunnen, uitbarstingen. Strijd voor superieuriteit. Zelfpromotie. Kan dat het zijn? Twisten, nijdigheden, toorn, gekijf, achterklap, oorblazingen, opgeblazenheden, beroerten. Deze zaken braken uit in Korinthe. Waarschijnlijk bij een minderheid. Korinthe was een centrale staat en mensen waren heel trots.
Er zijn mensen die denken dat leiderschap hand in hand gaat met een sterke vertoning. Op zichzelf te bouwen. Het was een cultuur in Korinthe en zeiden we zijn ervan verlost. Nee, ze zaten erin. Ze moesten ervan vluchten. Nu heb je het internettijdperk. Op sociale media hebben mensen enorm een mening overal over. Zijn we dat? Paulus wijst de mensen in Korinthe erop.
Opdat wederom, als ik zal gekomen zijn, mijn God mij niet vernedere bij u. Hoe kan God hem bij hen vernederen? Hij had liefde tot de mensen. Ik kende je toen je zalig gemaakt werd waar je vandaan komt. Het lijkt erop dat hun gedrag veranderd is. Dat is goed. Maar een probleem: het was zonder bekering. Dat is mogelijk om je niet te bekeren. Dat de zonden nog steeds in je is en de zonden gereed om uit te komen.
Heere, vergeef me. Maar niet werkelijk bekeren. Ik kan het niet. Rondom mijn familie en vrienden kan ik dit of dat niet meer doen. Maar niet werkelijk van bekeren. Ik kan het niet meer doen maar zijn we er werkelijk van bekeerd? De vernieuwing van het hart.
Daarom lazen we 2 Korinthe 7. Vers 9. ‘Nu verblijd ik mij, niet omdat gij bedroefd zijt geweest, maar omdat gij bedroefd zijt geweest tot bekering.’ Bedroefd tot bekering. Want de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid. Niet: ik kan dit niet meer in mijn familie doen vanwege dit of dat. Maar ten overstaan van God. Droefheid naar God. Wat bedroeft je? Niet even sorry zeggen tegen jezelf maar wat maakt je boos over jezelf voor God.
Wat voor vreze voor God? Dat de begeerte om te verbeteren was dat in de bekering? De ijver. Ernaar jagen om het tegenovergestelde te zijn. Dat is bekering. We moeten ons meer bekeren en dieper. Anders is de zonden nooit weg. Veel te ligt dan en niet weg. Zonder bekering, zegt hij, kunnen ze zo weer terugvallen en we hebben terechtwijzing van God nodig.
2 Korinthe 13 vers 5. Jezelf kennen. In moderne taal zeggen we: kun je niet zien dat Jezus in je is? Met andere woorden: het is niet moeilijk te zien als Christus in je is. Heel vanzelfsprekend dan. Als je het niet kan zien, dan ben je niet gered. Of je bent zo ver weggedreven, verachtert, dat de bewijzen ervan niet zijn. Het is werkelijk te zien in je.
Is Christus mijn grootste interesse? Het object waar mijn liefde naar uitgaat. Ik kan niet een interesse hebben in politiek die mij helemaal bezet. Als christenen zien we de tijd en hebben we er een interesse in. Maar we gaan er niet in op. Of in de business. Maar het grootste belang in Christus. Het kan zijn dat we onszelf moeten opwekken. Als Christus in ons is, dan is Hij het grootste van onze belangstelling. Ja werk en business is belangrijk maar niet het grootste.
Thomas Watson zei dat je het aan iemand kunt zien of geld in zijn hart is. Geld is in zijn hart. Dat is werkelijk wat hem drijft. Kun je zeggen van ons: Christus is in ons hart. Mijn belangrijkste bestemming. De dingen van deze aarde hebben hun plaats maar ze betalen ervoor voor de interesse in Christus die de hoogste is. Hij is je bestemming. Zeg het vaker als het zo is. Meen het. Is Hij onze grootste vreugde. In tijden van verdriet en vreugde. Ook dan. Staan we daarop? Ik moet dit voor een tijd lijden maar ik kijk naar Hem.
We zeggen misschien tegen onszelf: er is een goed werk ik moet doen, een excuus aanbieden, een ander helpen. Denk je dat van jezelf komt? Dat je prompt in je opkwam. Je bad in de morgen van de dag Heere help mij. Het werk van de Heilige Geest in ons leven. Is je geweten aan het werk. Daagt je uit. Dit kan ik niet doen. Ineens afgesneden. Bidt voor hulp en deed het niet. Is het geweten actief.
We kunnen het geweten negeren maar dan zwijgt het. De Heilige Geest gebruikt het. Christus is aan het werk in ons. Is Hij Degene tot wie ik bid in grote nood, bij zonden. Als iets heel moeilijks plaatsvindt. Hem nodig hebt. De wijsheid van Salomo in de familie, het geduld van Job. Verwacht ik het van mensen? Ga naar die of een ander? Goed om advies te vragen. Maar meest gaan we naar Hem. Heere toon het mij, uit de Schrift. Leer mij.
Als ik diep teleurgesteld ben. Hij is erin betrokken. Dat is bewijs dat Hij aan het werk is. Zie ik dat Christus toebehoor. Ambassadeur van Hem. Niet: ik kan zeggen wat ik leuk vind. Nee ik ben hier als een vertegenwoordiger van Christus. Al deze dingen. Is er bewijs dat ik meer groei? Brandend voor andere personen. Ik heb een gelegenheid om te getuigen, heb ik niets mee te helpen? Nee, ik ben erin betrokken.
Kun je zien dat Christus aan het werk is? Tenminste op enig moment. Als het zo is, let er meer op. Zeg het meer. Oefen en bekwaam jezelf. Onderzoek jezelf of je in het geloof bent. Alleen is het er niet, ik hoop van niet, als je verwerpelijk bent. We hebben op sommige zaken gelet bij de weg van gerechtigheid.
Zondag 6 september 2020 – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk] – dr. P. Masters – Schriftlezingen Psalm 86 en 2 Korinthe 7 vers 1-11