In zijn tweede zendbrief van de apostel Paulus aan de gemeente van Korinthe benadrukt hij de noodzaak van het gebed. Christenen zijn geestelijk betrokken in de dienst van de Heere. God die in Zichzelf genoegzaam is en het gebed niet nodig heeft, heeft toch het gebed aangewezen. Het is Zijn inzetting, het is Zijn gebod voor ons. Hij wil erom zijn gebeden. Verder wordt de oprechtheid in de dienst van de Heere benadrukt en de getrouwheid van Christus. In Hem Zijn Gods beloften ja en Amen.
2 Korinthe 1 vers 11: ‘Alzo gijlieden ook medearbeidt voor ons door het gebed, opdat over de gave, door vele personen aan ons teweeggebracht ook voor ons dankzegging door velen gedaan worde‘.
Geestelijk betrokken zijn
Het lijkt erop dat Paulus het over plaatselijke zaken heeft. Over zijn bezoek bij hen. Hij werd beschuldigd dat hij onbetrouwbaar was. Het lijkt op plaatselijke zaken maar het is meer. Het volgt een thema.
Medewerkt door het gebed. Het delen in de gebeden. Het is een van de vele passages dat Paulus voorbede vraagt voor hemzelf en de medewerkers. Voor ons. Apostelen. Het refereert aan de opdracht die ze van de Heere hebben om het Evangelie aan de volken verkondigen. De apostel zegt een paar dingen tegelijk. Gedeelde gebeden is vitaal in de dienst van God. Het is de grond voor dankzegging en de vrucht ervan.
God heeft geen gebeden nodig. Hij geeft onze gebeden niet nodig. Hij kan zegenen zonder gebed. Hij kan alles doen. Hij kan zalig maken zonder gebed. Het is niet de zaak wat Hij wel of niet kan. Maar het is Gods gebod. Hij wees het gebed aan. Dat is de wil van God. Het is niet essentieel? Jawel God heeft het bepaald.
Hij verschijnt in het gebed. Altijd als Dezelfde. Zonder gebed geen zegen. Het is de wil van God om het van Hem te verwachten. Perspectief. Kracht in zwakheid. We ontvangen het niet zonder gebed. Liefde voor anderen. We moeten voor anderen bidden. Voor geliefden, collega’s, voor zielen. Zonder dat gebed is het niet mogelijk ze lief te hebben. Bezorgd over ze te zijn. Zonder gebed zal onze bewogenheid voor hen ophouden.
We bidden ervoor en gaan ermee door. En God komt erin mee. God bepaalt het. Als we niet tot God bidden voor de zegen en het komt, dan zullen we de boodschapper aanbidder. Maar de zegen is van God. Het is niet door de verdienste van de boodschapper. Hoe meer we bidden hoe meer we God bedoelen en Hem de eer brengen.
Dankzegging wordt gedaan namens vele anderen. Dat God geëerd wordt voor de zegen, voor de uitkomst. Net als vele andere kerken hebben we hier een gebedsontmoeting. En de Bijbelstudie apart. We volgen de instructies van de apostelen in Handelingen. Gebedsontmoetingen. We moeten ze hebben ook vandaag.
Ik herinner me dat ik jaren geleden naar een gebedsontmoeting van een kerk ging. Er kwamen een paar mensen. Het was compleet theologisch. Dankzegging aan God voor de grote doctrines. Maar aan het eind van de gebedsontmoeting bedacht je je preken ze hier het Evangelie niet? Hebben ze dan niets nodig? Spurgeon noemde in zijn tijd de gebedsontmoeting een vraag-bijeenkomst. En pleit-bijeenkomst.
Ik herinner me een gebedsontmoeting waar een vrouw heel lang ging bidden. Ze vroeg nauwelijks ergens naar. Het ging over kleine dingen maar niet de grote zaken. Het was aangenaam. Het doet me denken aan Spurgeon. Zo’n vrouw doet denken aan iemand die naar de bank gaat en overal over praat maar vergeet om geld te halen. We hebben een agenda, richtlijnen die helpen.
Het doet me denken aan een man die dacht dat de richtlijnen konden gevolgd worden als voorbeeld. Het is verbazingwekkend hoe mensen met gebedsontmoetingen omgaan. Als ik bid in een publieke gebedsontmoeting voor tien minuten met tweehonderd mensen dan kunnen er alleen maar vijf mensen bidden. Dan zeg je als het ware dat je gebed belangrijker is en geef je andere niet de gelegenheid. Ben je als een geredde nooit bij een gebedsontmoeting geweest? Dat is heel verdrietig.
“Want onze roem is deze, namelijk de getuigenis van ons geweten, dat wij in eenvoudigheid en oprechtheid Gods, niet in vleselijke wijsheid, maar in de genade Gods, in de wereld verkeerd hebben, en allermeest bij ulieden”, 2 Korinthe 1 vers 12. Paulus zegt dat ze eerlijk omgaan met de mensen in Korinthe. U geredde moet ook zo eerlijk met ons omgaan. Oprechtheid. Het werkt twee kanten op.
We vertrouwen op het Woord van God. De boodschap van Christus. Ik ben bang dat zelfs onder Bijbelgetrouwe christenen dat de dienst niet altijd eerlijk is. Het doet me denken aan internationale evangelisten in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw. Een broeder die reeds met de Heere is. Hij was geschokt toen hij zag hoe de dienst georganiseerd was.
Het moment kwam voor het nemen van het beslissingen. Het systeem was dat mensen gezamenlijk naar voren kwamen. Emotioneel effect. Ze waren zeker dat ze gered waren. Er was helemaal geen noodzaak van ware bekering. De broeder moest zich afscheiden. Wat er gepreekt werd was waar maar er was zoveel omheen dat niet goed was. In eenvoudigheid en oprechtigheid Gods. Dat moet altijd zo zijn.
Er zijn deze tijd allerlei kerken die de dienst een concert maken. Cinema. Het is niet verschillend van de wereld. We spelen dezelfde muziek. Het is niet juist. We roepen hier mensen tot de Heere Jezus te komen. Je kunt mensen plezieren met iets anders in te brengen. We hebben het welvaartsevangelie. Dominees die heel veel geld verdienen. Dat is niet naar de instructies van de apostel Paulus. Wij moeten eerlijk zijn. Geen verborgen zonden. Hypocrieten. Onze dienst moet eenvoudig en oprecht zijn.
In vers 15 gaat het over een incident. De apostel Paulus had zich voorgenomen nog een tweede keer te komen. Het was zijn plan. Hij hield het niet vast. Waarom niet? Vers 17. Hij spreekt over Christus, vers 18. Niet iets zeggen en iets anders bedoelen. Wij zijn vertegenwoordigers van Hem die absoluut al Zijn beloften houdt. Want zo vele beloften als er zijn zijn in Hem ja en Amen. In Hem zijn ja in het Grieks, en Amen in het Hebreeuws. Al de beloften van God zijn in Hem beantwoordt. Hij houdt al Zijn beloften. Wij moeten oprecht zijn. Zoals Hij met hen is, zo ook wij. Vers 21. Gezalfd. God heeft ons gezalfd, niet alleen de predikers.
Zondag 23 februari 2020 – Metropolitan Tabernacle [Verenigd Koninkrijk] – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 130 en 131 en Romeinen 13