De apostel Paulus onderwijst de Korintiërs over hoe om te gaan met dienaren van het Woord. Ze zijn dienstknechten van God. Het gevaar is werelds denken: tegenop zien, trots, streven naar welvaart en welsprekendheid. Dienaren zijn geroepen om sober en redelijk te zijn.

Dienaars beoordelen

1 Korinthe 4 vers 1: ‘Alzo houde ons een ieder mens, als dienaars van Christus, en uitdelers der verborgenheden Gods’.

De plichten en diensten van knechten van God. Er was een probleem in de gemeente van Christus, ondanks dat er eerlijke mensen waren. Er waren predikers die in het geloof waren maar die dingen van de Griekse cultuur inbrachten. Paulus onderwijst hoe dienaren van God dienen te zijn. Dit zijn dingen waar we op hebben te letten omdat ze kostbaar zijn.

Het woord bedienaar is hier anders als dienaar. Betekenis een man die onder Christus staat. Wat is een dienaar? Niet iemand die zelf de richting bepaalt. Hij had niets te doen met de richting van de boot maar moest op de boot letten. En op de tijd letten. Roeier. 

De instructies volgt. Zo een dienaar van Christus is iemand die die instructies volgt. Christus en Zijn Woord. Hij bepaalt niet de grootte van de kerk of de mate van zaligheid. Hij is een roeier. Een dienstknecht.

Hij deelde het salaris uit. Bepaalde niet hoeveel. Alleen maar uitdelen. Zo prediken we Christus. De verborgenheden van God. Christus is gekomen. Het geheim is uitgekomen. De Zaligmaker is gekomen. De schaduwen van het Oude Testament is uitgekomen. Christus is gekomen. De hele zaligheid richt zich op Hem. Dienstknechten van Christus. Zijn plaatsvervangende lijden op Calvarie. Zijn opstanding.

Een ander onderdeel de zaligheid van de heidenen. Het werd niet verstaan in het Oude Testament en nu wordt het begrepen. Het geheim is uitgekomen. Geen verschil tussen geredde Joden en heidenen. Dat is ook uitgekomen. We zijn dienstknechten van deze dienst. Dat is wat je moet doen.

Evangeliseert hij? Maakt hij Christus bekend? Is de prediker een Evangelist? Nummer twee: maakt hij de leer duidelijk bekend? Nummer drie: onderwijst hij en past hij de Schrift toe aan de hoorders. Nummer vier: voegt hij iets toe aan de glorie van God? Dat mensen merken dat hij iets toevoegt aan de eer van God als het ware. In deze vier verschillende vormen of niveau’s.

Vers 2. Getrouw bevonden. Niet te buiten gaat. Vers 3. Van ulieden geoordeeld wordt. Ze hadden wereldlijke ideeën. Spreken ze als de Griekse redenaars.

Kunnen ze het? Dat willen we. Grote fout. We willen predikers die goed zijn. Welvarend, welsprekend. De apostel zegt omdat je zo denkt, wat je smaak is, maar jouw oordeel is voor mij het minst. Hopelijk denk je niet zo vrienden. Hopelijk kijk je niet alleen op tegen mensen waar in deze wereld tegenop wordt gekeken. Het komt je niet toe om de dienaars te beoordelen. Dienstknechten van Christus behoren niet te worden beoordeeld bij wereldse oordelen.

Ik kom niet zo dat ik denk wat voor indruk ik op je maak, zegt Paulus. Of het indruk maakt, ik zal het op een andere manier brengen. Op een werelds niveau brengen zodat mensen er onder de indruk van zijn. Dan vers 4. Want ik ben mijzelven van geen ding bewust. Hij heeft het niet over zijn hele leven.

Romeinen 7. Het goede dat ik wil, doe ik niet. Hij onderzoekt zeker zichzelf, dat hij ziet fouten in zichzelf. Maar hij ziet het in het licht van een apostel te zijn. Dat is heel wat te kunnen zeggen door Gods genade. Dat zegt niet dat hij geen fouten maakte, nee. Paulus kende vele beproevingen. Hij was als gedood. Hij bereikte Joden en heidenen. Reisde. Hij werkte met zijn handen. Ik ben mijzelven van geen ding bewust. God hielp hem in alles. Maar hij claimt het niet voor zichzelf. God kent zijn hart.

In zijn hart zonden. Misschien trots. Maar die oordeelt is de Heere. Ik claim geen eer, ik doe mijn uiterste best tot de dag van de Heere. Vers 5. Paulus weerspreekt zich niet. Zo dan, oordeelt niets voor de tijd. Oordeel niet een dienaar die zichtbaar getrouw is. Dat je iets niet leuk vindt. Secundaire dingen. Heel dwaas.

Vers 6. Soms lastig te verstaan. Paulus zegt deze dingen op Apollos en zichzelf te hebben toegepast. Niet zozeer focussen op Paulus en Apollos. Maar zo met dienaren om te gaan. Opdat u aan ons zoudt leren niet te gevoelen boven hetgeen geschreven is. Het brengt ons bij trots. Groepsvorming in een kerk. Je maakt jezelf groter met een persoon. En negeer die anderen. Mijn superieure oordeel, maar wie maakt je te oordelen, wat heb je dat je niet ontvangen hebt? Denk je dat je het oordeel is gegeven? Superieur ten opzichte van anderen?

Wat is dit? Wie of wat vertelt je te onderscheiden, superieur te zijn? Trots is een probleem met groepsvorming in Korinthe en vandaag ook. Paulus is ironisch hierover, vers 8: nu alreeds verzadigd, nu ben je rijk geworden. Maar zonder de apostelen, het apostolische Woord. Om nu toe te passen: we hebben alles zonder het Woord.

Evangelischen doen dit. Elk jaar een nieuwe methode. Och of u heerste, opdat wij met u heersen mochten, zegt Paulus. Heersen over zonde. Dat we verheugd in u en samen met u. En dan komt vanaf vers 9 een licht andere benadering.

De leefwijze van de predikers. Er zijn er in dit land, en veel meer in Amerika, predikers met veel geld. Niet alleen het welvaartsevangelie maar ook Reformatorische. Sommige mensen zeggen: zij verdienen het. Maar wat zegt de Schrift? Een eenvoudige leefwijze van de prediker. Een patroon, niet een absoluut voorbeeld. Dan vanaf vers 9, betekent niet dat Paulus niet geïnspireerd is. Want ik acht dat God ons, die de laatste apostelen zijn. Ik heb geobserveerd.

De oude vertalingen: die de laatste apostelen zijn. Ik denk dat het juist zijn. Paulus heeft het niet over zichzelf maar over de laatste apostelen. Paulus gebruikt vaak het meervoud voor hemzelf. Hij bij de laatste apostelen inbegrepen. Hij was de laatste apostel. In het licht van het lijden voor het Evangelie. Een gevangene wachtend voor de voltrekking van het doodsvonnis.

Eerst paradeerden ze. De laatste apostelen wachtend op de dood. Tentoon heeft gesteld als tot de dood verwezen. Theater voor de wereld, engelen en mensen.

Het staat niet voor alle dienaren. Het was gezegd over de apostelen. Voor de engelen, wereld en mensen. Waarom zo? Heeft God hem hiervoor geroepen? Het kerk moest hun aardse grondleggers verliezen, dat waren ze niet dat was Christus alleen. Maar de kerk moest de grondleggers zien als lijden en gedood worden als Christus. Om te verspreiden over de wereld. Wat een getuigenis. De kerk van God, de mensen die hen liefhadden voor hun getrouw. Door alle eeuwen heen kon de kerk zeggen door het succes van de apostelen voortgegaan, nee! De kracht van het Woord is verspreid door de Heilige Geest.

De engelen en mensen. De engelen zagen allemaal dat het de macht van God was en niet van mensen. De mensen die gezien hadden de opgestane Heere. Zij leden en stierven. En dan de apostelen. Niet alle dienaren deden het voor de zaak maar voor zichzelf. Maar de apostelen niet, waren tentoon gesteld in hun lijden. Als een voorbeeld voor dienaren zijn ze gesteld. Vers 10. Wij zijn dwazen om Christus’ wil. Niet dwazen maar in de ogen van de wereld werden genoemd. Er waren predikers die zo niet genoemd wilden worden door de wereld. God die de straf op Zijn Zoon neerliet komen, dat is dwaasheid. Nee, dat wilden ze niet en pasten ze de boodschap aan. Predikers wilden zijn zoals de Griekse redenaren.

Ze zijn dwazen. Vers 11. Tot op tegenwoordige ure lijden wij honger en lijden wij dorst. Vers 12. Toegepast op ons allen. Wij worden gescholden en wij zegen, wij worden vervolgd en wij verdragen. Vers 13. Wij bidden, wij zijn geworden als uitvaagsels der wereld.

De straatveger. Je zag hem aan het eind van de dag van hoofd tot voet vies. Dat is het beeld wat de apostel gebruikt. Uitvaagsel. Hoe meer we prediken, hoe meer we gescholden worden. Geen eminente personen zoals de kerk van Rome of de welvaartspredikers.

Geen voorziening voor het vlees, alleen voor het Evangelie. Een eenvoudig leven. Fijne auto’s en welvarend niet. Eenvoudigheid en redelijkheid. Ben je rijk, vrienden? Goed salaris. Ja er zijn Abrahams in het Schrift. Zelfverloochening. Wat is redelijk?

Een goede boer met veel boerderijen. Hij zei altijd: ‘Ik beheers mijn bedrijf maar laat mij niet door mijn bedrijf beheersen’. Denk aan de apostelen. Denk aan het voorbeeld van Paulus. Eenvoudigheid en redelijkheid.

 

Eerste lijdenszondag 26 februari 2022 – Metropolitan Tabernacle London – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 32 en 1 Korinthe 4 vers 1-14