Predikanten moeten een eenvoudig leven leiden, zich niet laten afleiden door het oordeel van kerkgangers. Dat is wat de apostel Paulus de gemeente van Korinthe schrijft. Voorgangers zijn geroepen om van zichzelf af te zien en alles van God te verwachten.
De taak en het leven van predikanten
Dit gaat het over de taak en het leven van Gods dienaren. Het gaat over predikers, pastors. In de gemeente van Kortinthe waren problemen. Er waren ook predikers die voor zichzelf preekten. Ze preekten om goed over te komen. Een goede performance. Ze hielden zich aan de Griekse cultuur met mooie woorden. Paulus zegt hier iets anders.
Het woord dat vertaald is met dienaar is niet hetzelfde woord als dienaar uit het vorige hoofdstuk. Dat was het woord dienaar. Hier een ander Grieks woord. Wat is een minister? Iemand met een prominent karakter? Er zijn ook ministers die toezien op de mensen, op de arbeiders. Dezelfde kant op roeien, dezelfde kant, dezelfde tijd. Het is belangrijk de instructies volgen. Dat is belangrijk en interessant, zeker. Een minister van Christus werkt volgens het Woord van God. Neemt geen eigen initiatief. Hij houdt zich aan de instructies van de zaligheid. Er zijn ook steward. Een hoofd van de steward zorgt dat iedereen de goede kant op gaat. Wij maken de zegening niet zelf, hebben God erbij nodig.
De geheimen zijn geopenbaard. De mensen uit het OT vertrouwden op het geheim. Nu is Christus gekomen. Stewards of Christus: Hem bekend maken. Ook hoe Zijn lijden en sterven op Calvarie plaatsvond.
Ook een geheim is hoe de heidenen zalig worden. Dat werd in het OT nog niet begrepen. Nu is het geheim bekend. Heidenen worden nu bereikt. Ze bekeren zich. Ze horen van Christus. Ze komen in dezelfde kerk samen. Wij mogen deze boodschap distribueren en verkondigen.
Die Korinthische predikers verkondigden dit niet. Paulus zegt hen: focus je op Christus. Hou Zijn redding in het ook. Ook Zijn lijden en sterven. De dogma’s die daarmee samenhangen. Wat heeft de Bijbel ons te zeggen? Doet de pastor daar alles aan om dat bekend te maken? Hij moet in veel gebieden werken, in veel levels.
De steward (beheerder) moet betrouwbaar zijn. Geloofwaardig. Hij doet het niet voor zichzelf. Is vers 3 niet een beetje arrogant? Nee dat is het niet. Het is gesproken tot de kerk in Korinthe. Ze dachten dat ze een goede kerk waren. Kunnen de predikers ons verrassen? Ons imponeren? Dat is een grote vergissing. Ook nu willen we pastors die fijne mensen zijn en die fijne boodschap brengen. Dat is een boodschap. Daarom zegt Paulus, het oordeel is niet aan jullie. Hopelijk laat je je iets door de wereld bewonderen. Ik ben niet van jullie oordeel afhankelijk. Het is voor mij een klein ding dat jullie mij beoordelen. Ik ben een lokale dienaar. Maar het oordeel is aan Christus en niet aan de wereld – het oordeel zal niet volgens wereldlijke standaarden gaan.
Paulus zegt, ik beoordeel ook mezelf niet. Ik ben niet onder de indruk van jullie. Ik denk niet hoog van jullie en niet hoog van mezelf. Ik weet niets van of bij mezelf. Ik heb geen verwachtingen van mezelf. Hij spreekt niet over zijn gehele leven. Vergeet Romeinen 7 niet. Hij ziet zoveel fouten in zichzelf en in zijn leven. Paulus wist dat hij niet perfect was. Hij moest geweld accepteren. Ongelofelijk geweld tegen hem. Zowel van joden als Heiden. Hij moest voortdurend reizen. Het was niet gemakkelijk prediker voor het evangelie te zijn. Ik weet niets van mezelf. God helpt hem om een voorbeeld te zijn voor allen.
God weet het echter wel. Hij kent mijn hart en motieven. Hij weet dat ik zondig ben. Hij kijkt in mijn hart. Al het oordeel is van Hem. Ik claim niets; ik weet dat de oordeelsdag komt. Het oordeel is aan God.
Paulus spreekt niet zichzelf tegen. De kerk moet gecorrigeerd worden. Zijn ze wel vol geloof? Bekritiseerd dominees niet als de gelovig hun werk doen. Bewondering voor Gods mensen en instrumenten. Voor God is alle eer en glorie.
Paulus spreekt in vers 6 over zichzelf en over Apollos. Paulus zegt, ik kan het je niet geven. Verwacht het niet van mensen. Ik kan slechts een beheerder zijn, een steward. Trots is niet goed in de kerk. In Korinthe werden in de kerk groepen gevormd. Dat is niet goed. Mensen zeggen tegen zichzelf: ik ben blij met mezelf omdat ik die en die prediker uitkoos. Daarmee prijzen ze zichzelf. Ik ben blij dat ik in deze kerk zit, onderdeel van dit feestje uitmaak?
Paulus vraagt aan, denk je dat je beter ben dan anderen? Ben je een betere gelovige? Hoe of wat maakt het verschil? Wie vertelde je dat je superieur bent boven anderen? Dat is niet zo. Trots is een probleem in Korinthe. Maar ook vandaag.
Paulus is duidelijk in vers 8: jullie zijn vol. Je weet alles al. Je leerde alles wat je moest leren. Je bereikt het. Je zult regeren als koningen. Je besloot; wie is goed en wie is niet goed. Hoe kan je dat zeggen? Kerken organiseren vandaag ook van alles. Het is goed. We kunnen doen wat we willen. Events elke jaar. Ze verdraaien het woord. Regeren je over je trost… Jezelf onderwerpen… Regeren over de zonde? Dan zullen we ons in je verheugen, zegt Paulus.
Vers 9 gaat over hoe dienaren behandeld moeten worden. Een eenvoudige levensstijl. Maar kijk eens naar predikers in de UK of US. Er zijn ook welvaart evangelisten. Mensen die veel moeten betalen om hen te mogen horen. De Bijbelse prediker zegt: een eenvoudige lijfstijl. En geloofwaardig.
Ik denk, schrijft Paulus. Oftewel: ik heb geobserveerd, ik heb besloten (vanuit het Grieks). Der apostel spreekt over zichzelf als de laatste apostelen. Het geldt voor alle apostelen: speciale vorm van lijden. Paulus was de laatste apostel. We zijn geroepen om Christus te dienen, onszelf te vernederen. We geroepen tot de dood. God heeft ons tentoongesteld als ter dood veroordeelden. We wachten op de dood. Gemaakt tot een theater voor de wereld (zo staat het in het Grieks). Een schouwspel voor de wereld.
Voor de meeste apostelen was het niet eenvoudig; maar een spektakel voor God, de mensen en de engel. Een demonstratie van een gevangene. De kerk verliest zijn aardse grondlegger. Christus is haar fundament. De kerk weet dat alle voorgangers moeten verworpen en gesmaad worden. In de eerste eeuw zeggen. Wat een getuigenis. Alle apostelen, maar Paulus zeker. De geschiedenis zegt: de apostelen waren succesvol. Nee. Wel door de inspiratie van de Heilige Geest. Het lijden was een demonstratie voor de engelen, het was alles de kracht van God. Als een mens wakker wordt, gaan ze dat zien. Dan zie je dat Gods genade je over ons houdt. Aan zelfacceptatie en zelfhandhaving heb je uiteindelijk niet veel. De apostelen zijn zo voorbeelden voor de heiligen. We zijn een spektakel geworden voor de wereld.
In Vers 10 de details. De wereld zegt, je preekt slecht, je hebt het over zonde en oordeel. Soms veranderen predikers de boodschap door deze te verzachten. Maar dat is niet goed. Wij zijn niet dwaas. Het is Gods bodoschap. Die predikers in Korinthe zijn sterk en wijs. Paulus zegt, ik ben zwak, maar in Christus. Ondanks dat ik vervolgd word, roem ik in het kruis. We prediken kruis en vergeving. We zeggen mensen dat het zondaars zijn. Dat ze zich moeten bekeren. Zoals de wegen schoongemaakt worden als er paarden hebben gelopen. Aan het einde van de dag is de schoonmaker erg vies. Ik ben zwak. Ik word geslagen. Vervolgd. Mensen kijken op Paulus neer. Sommige predikers willen een hoge positie en eer. Waar kijken we naar? Wat zoeken we? Geen vlees, maar alles in Christus. Een eenvoudig leven voor prediker. Niet veel huizen hebben en een rijk leven hebben. Nee. Geloofwaardig leven en eenvoudig leven. Jezelf veroordelen. Wees een goede beheerder van het evangelie. Ik kende een boer die bad of hij zijn geld mocht beheren in plaats van dat het geld hem beheerde. Zo moeten pastors ook leven.
Metropolitan Tabernacle London, zondag 27 februari 2022, 11 uur. Schriftlezing Psalm 32 en 1 Korinthe 4:1-14.