De Geest die met Pinksteren is uitgestort is een Geest van kracht, liefde en bezonnenheid. Er zijn een aantal parallelen met het joodse wekenfeest: Jezus Christus redt ons van de dood en de Geest schrijft het gebod van God in ons hart. Van nature zijn wij gebonden aan onszelf en plaatsen wij onszelf in het midden van de wereld. Dat is – terecht – doodzonde. De Geest wil ons van slavernij bevrijden. Wij mogen de tempel zijn die God door ons bouwt in deze wereld.
Gemeente, broeders en zusters, er is een parallel (dat weet u wel) tussen het joodse wekenfeest en de christelijke vijftigdagentijd. Het wekenfeest begint met de bevrijding en uittocht uit Egypte. De laatste begint bij de bevrijding en uittocht van onze Heere uit de dood. De dood is vernietigd (vers 10). De beginpunten lopen parallel. Dat eerste, zo wil de traditie, loopt na vijftig dagen uit op dat Israël bij de Horeb aan komt. Met behulp van Mozes krijgt het volk, in vuur en vlam, het gebod van God. Dat is de parallel met de vijftigste dag na Pasen: Pinksteren. De Geest wordt uitgestort. De Geest schrijft de wet in de harten. De Geest wordt uitgestort en ontvangen.
Nou ja, waarom zegt u dat, afgezien van dat u dat allang weet of het een interessant weetje is, ik zeg dus omdat mij altijd weer opvalt dat het ontvangen van de wet begint met, ja waarmee? Ik ben de HEERE uw God, die u bevrijd heeft. Egypte was een diensthuis. Ze waren er tot slaaf gemaakt. Ze leefden in vrees en beven. Ze konden niet zichzelf zijn. Ik ben de HEER uw God!
De parallel met het Pinksterfeest lezen we in de eerste regel van ons vers: de Geest is niet een Geest van vreesachtigheid. Geen Geest van slavernij (Romeinen 8). Er is sprake van dat wij bevrijd worden uit de slavernij. We zijn niet langer begiftigd met een geest van vreesachtigheid.
Met een geest van vreesachtigheid, denkt u even mee, ja dan zouden wij toch weer gevangen zitten. In een soort van slavernij. Terug naar Egypte. Nee. Dat leren wij dus uit die parallel. Dat druist tegen alles van Pinksteren in. Wat bedoeld is met de uitstorting van de Geest. Het druist ook in tegen wie God is. En wat God voor ogen staat. Dus wat Hij doet. God is niet een God van slaafse gehoorzaamheid. Die goden zijn er genoeg in de godenwereld. Ook niet wat wij van God gemaakt hebben. Dat Hij eist totdat Hij je bekeert. En dat je tot die tijd gebukt gaat … Dat druist tegen alles in. God is net als bij de Horeb een God van bevrijding. Jezus is neergedaald om ons te bevrijden. De Geest maakt levend. U voelt wel aan dat in dat levendmaken ook iets ligt van bevrijden. Waarom moet je anders bevrijd worden? Omdat je dood bent. Dat weet je niet of wil je niet. Wat moet er bevrijd worden? Dan ben je dus kennelijk gevangen. In slavernij ben je niet vrij. Als je niet in vrijheid kunt leven, leef je niet echt. En dat is niet wat God met ons voor ogen heeft. Dat we niet werkelijk zouden leven. Maar dat we vrij zouden zijn.
De gave van de Geest: dat begint dat we vrijgemaakt, bevrijd worden van alles wat ons onvrij maakt. Alles wat ons doet leven in een geest van vreesachtigheid.
Misschien moeten we ons dan toch eventjes afvragen, waar we dan van moeten, willen bevrijd willen? Gesteld dat u dat met mij eens bent: dat wij bevrijding nodig hebben. Dat is best ingewikkeld. U bent doorgewinterde kerkganger. Dat zou niet zo moeilijk moeten zijn. Anders wel. Dat je kennelijk ergens van bevrijd wordt.
Want, nou ja, dat weet u: ieder heeft zijn eigen gedachten over wat goed is en minder goed voor de mens. De eerlijkheid gebiedt te zeggen: dat staat op gespannen voet met wat er in de Bijbel over sommige dingen gezegd wordt. In de praktijk – u zult dat herkennen – komt het er op neer (of ben ik de enige?) dat de Bijbel het niet alleen voor het zeggen heeft. De Bijbel is niet meer de norm, maatstaf. Omdat er zoveel meer is. Wat zegt, waaraan wij ontlenen, wat goed is of niet. Nou ja, de Bijbel mag er ook wel iets over zeggen, maar puntje bij paaltje, het besluit of keuze: naar de kant valt, van ja… nou ja, dat is ingewikkeld geworden. Voor menigeen. Of niet dan? U hoeft niet te knikken of uw vinger op te steken nu.
Het is ook niet allemaal slecht wat we horen. Maar u weet en voelt wat ik ongeveer bedoel. En hoe dat er in uw leven uitziet.
En als we zeggen: ja, oke, we zitten hier niet voor niks. Het Woord telt wel mee, maar is niet altijd doorslaggevend? Dan zeggen we daarmee iets over de Geest. Over de impact van de Geest in ons leven. De Geest gebruikt het Woord van God. Dat is een instrument van de Geest om bij ons binnen te komen, in ons hart, het binnen te brengen. De apostel noemt dat gezonde leer. Dat is nou gezond, voor lijf en leden. Het onderwijs van de apostel zelf. De Geest gebruikt dat. Heel gezond is dat voor je.
Maar ja, als we in een tijd leven waarin we toch een beetje geneigd zijn, ik zou zeggen: dat doen we allemaal, het woord en invloed van de Geest te relativeren… Verdunnen, vertragen, verminderen we niet de werking van de Geest? Is dat niet de reden dat we afstand ervaren? Dat het vaag blijft. Dat het niet altijd vuur en vlam is.
Kijk, wij zijn veel met onszelf bezig. We hebben onszelf in het midden van de werkelijkheid geplaatst. Twee eeuwen geleden al. Sindsdien doen we niet anders. We willen ons zelf ontplooien, verwerkelijken. Om tot levensvreugde en voldoening te komen. En heus, dat is niet egoïstisch of egocentrisch. Als ik dat zeg, dan klinkt er zoveel kwaad niet in (in ontplooien). Er kan wel veel mis in gaan – met alles kan dat.
De Bijbel heeft een radicaal idee. Jezelf ontwikkelen, te ontplooien…?! Niet door jezelf in het centrum van de wereld te plaatsen. Jezelf te verwerkelijken: dat doe je in de Bijbel door God en de naaste in het centrum te plaatsen. Een wereld van verschil!
Oke. Oke. Maar wat is daar het probleem van? We zijn er met z’n allen achter gekomen, dat het niet zo eenvoudig is om jezelf te ontplooien en verwerkelijken. Hoe doe je dat? Wat is daarbij nodig? Wat helpt of stoort? Het is wel heel best hard werken. Het komt niet aanwaaien. Je moet je ervoor inspannen. Het is niet sport, topsport, atletiek. Als je niet traint, wordt het niet wat. Daarom vergapen we ons ook op zondag aan sport. Zo verwerkelijk je jezelf. We zijn met z’n allen kampioen. Maar behalve dat succes mooi is, maar het blijkt een vreselijk harde wereld te zijn. En in de liberale wereld is het heel hard. Je moet het wel zelf doen. Het is echt jouw probleem als je het niet kunt. Niet het onze. Wat is dat voor een wereld? Een cultuur die zelfontplooiing in z’n vaandel heeft? Het is niet eenvoudig. Veel mensen hebben leiding nodig. Hard werken. En hard naar anderen? Is dat gezond? Noem je dat gezond? Nou, niet dus. Er zijn nog nooit zoveel mensen met psychische problemen geweest als vandaag. Wat jaag je na? Wat hoop je te bereiken? Wanneer is het dan een keer genoeg? Het is niet genoeg dat Verstappen drie keer wereldkampioen is geworden… Drie keer, vier keer, vijf keer… Het is niet genoeg.
Precies zoals we met de aarde omgaan. We putten de aarde uit. Zo putten we ook onszelf uit.
Ik heb het woordje zonde nog niet genoemd. Maar dat is het woord dat de Bijbel daarvoor gebruikt. Doodzonde. Onszelf in het midden. Dat hebben we gedaan, echt gedaan. Daar maken we volgens de Bijbel een ernstige fout. En worden we slaaf van onszelf. Met alle onzekerheid, angst en mislukking die daarbij horen. In het slavenhuis is het nooit genoeg. Zweep erover!
Misschien is dat vandaag de dag de beste manier om te begrijpen wat met de geest van vreesachtigheid wordt bedoeld. Dat je leeft met het idee dat het nooit genoeg is. Dat het nooit klaar is. Eindeloos uitputtend. Slopend. Misschien niet zo gezond als we gedacht hebben.
En nu, van die Geest die ons bevrijdt! De Heilige Geest. Die zet ons in een nieuw, ander leven. Met een andere houding. Andere kijk op onszelf, op wie we zijn. Ander perspectief. Een Geest van kracht, liefde, bezonnenheid. Het is een soort van roeping. Om voortaan hierin te leven.
Daarom lazen we even dat stukje uit Kronieken. Salomo is geroepen om de tempel te bouwen. Zijn vader bemoedigt hem. Wees niet bang. Maar sterk. Wees niet verschrikt. Laat je niet leiden door een geest van vreesachtigheid. Handel met wijsheid. De apostel bemoedigt hier Timotheus ook. Met de goede Geest. En wij worden dus ook bemoedigd.
Dat beeld uit Kronieken – om dat vast te houden – het is best een opgave om in deze wereld een tempel van God te bouwen. Zeg ik iets raars? Nee. Wij zijn die tempel zelf, zegt het Nieuwe Testament. Om die tempel te bouwen en te onderhouden. Een eredienst, ons lijf. Alles wat in en met ons is. Zingen, bidden, belijden, dienen, God grootmaken. Ja, dat vind ik een verrassend linkje. Om dat bouwen van die tempel tot iets persoonlijks te komen: zo’ tempel bouwen we allemaal. Wij zijn die tempel.
Wees niet te benauwd, zegt David. Weet je verzekerd van kracht. Je hoeft je er niet voor te schamen, zegt de apostel. Ook niet als het tegenzit. Zelfs niet in de situatie van de apostel zelf – hij zit gevangen. Je zou de moed laten zakken. Nee. Moedig en sterk zijn! Bouw die tempel. U hebt een Geest van moed, liefde en bezonnenheid ontvangen.
Hij heeft ons zalig gemaakt. En geroepen. De apostel gaat helemaal los. U hebt het uit genade ontvangen. Zo eenvoudig is het – nee, natuurlijk niet. Zo bijzonder is het! U wordt gezegend met die Geest van kracht, liefde, bezonnenheid. Bijbelse empowerment. We vertalen het niet – ik neem aan dat u het kent. Iemand tot iets in staat stellen. Iemand op z’n benen zetten, zich bewust laten worden van iemands gaven en talenten. Dat doet de apostel.
Dat vieren we vandaag. Speciaal vandaag. Op het Pinksterfeest. We spreken elkaar er op aan. Weet je het nog? Desnoods confronteren we er elkaar mee.
Mag ik nog even?
Een Geest van bezonnenheid, wat wordt daarmee bedoeld? U leest in Markus 5, over die bezetene. Die wordt bevrijd. Hij zit bij Jezus, later, goed bij zijn verstand. Goed bij zijn verstand. Bezonnenheid. Geestelijk gezond. Goed bij je verstand. En het andere is: het staat tegenover hoogmoed. Hoogmoedige verbeelding. Misschien als we onszelf in het midden van de aandacht plaatsten? Grootheid pretenderen? Dat is niet gezond. Laat jong en oud bezonnen zijn, staat er in Titus. Niet meegaan in de waan van de dag. Zo gezond is dat niet. Daar worden mensen gestresst van. Dat is afmattend. Reinheid, rust, regelmaat; saaiheid dus? Nee. Het heeft iets van wijsheid. De dingen in het licht van het Woord kunnen wegen. Een bezonnen Geest bezint. Bezinnen, dat doe je niet even snel, even snel een oplossing bedenken. Zodat we verder kunnen zonder uitstel, zonder dat er iets verandert. Voor mij is dat veel te vaak.
Het is juist: een pas op de plaats. Laat ik er even voor gaan zitten. Even voor gaan knielen. En dan even tussen aanhalingstekens. Hoe zit het nou? Ervaar ik iets van de aanwezigheid van de Geest van mijn hart en leven? Is er wel ruimte voor de Geest? Het moet wel, maar is er ruimte tussen drukte en afleiding? Wanneer kom ik tot rust om een Geest van bezonnenheid te oefenen? Jawel, jawel, hier en nu, in ieder geval, op dit moment, jazeker. Onder het woord van God. Onder. Het stroomt van boven naar beneden. Ga er vooral onder zitten! Ook nu. In u. Onder het woord, precies de goede plek. Ook thuis. Niet alleen met je hoofd, verstand. Maar met je hele lijf. Lezen, zingen, bidden, knielen. Dat geeft nog rust ook. Ontspanning zelfs. Dat is heel gezond trouwens.
Ach, ik hoef niet te suggereren dat ik nieuw of onbekend zou zijn voor u? U weet dit allemaal toch al wel? U probeert dit toch toe te passen? U bent een levende gemeente. Nee… We danken dat aan de Geest? Aan Zijn kracht, liefde, bezonnenheid.
Ik moest natuurlijk ook even denken aan de drie woorden van het aanstaande kabinet: Hoop, lef, trots. En dan is voor ons als gemeente de vraag, jawel: maar wat voor geest spreekt daar nu uit? Dat weet ik ook niet. Dat is de boventoon van de commentaren. Misschien moeten we het op die manier in de gaten houden. Veel mensen in de PKN stemden op de PVV. Zou het een geest van vreesachtigheid zijn? Een overheid waarvoor we moeten vrezen? Wij niet, maar hen die zwak zijn, die aan de rand zijn. Dat zou heel haaks staan op een geest van liefde, kracht, bezonnenheid. Liefde die nooit uitsluit, maar altijd insluit.
Bezonnenheid is niet van de korte termijn. Nee. Doordacht en doorleefd is het. Wat is het lange termijn perspectief dan? Daar is de Geest heel duidelijk over. De Geest maakt wijzer dan wel van onszelf zijn. Het rijk van God dat komt. Bezonnenheid met het oog op de komst van het rijk van God. Het Koninkrijk van God is nabij dus wees bezonnen. Dat is verrassend! Bezonnenheid heeft een richting. Op weg naar het beloofde land. Niet blik op oneindig. Natuurlijk niet. Het Koninkrijk is het blij vooruitzicht. We leven hier en nu in een Geest van liefde, kracht en bezonnenheid.
Amen.
Protestantse Gemeente Gouda, Pauluskerk, zondag 19 mei 2024, 19.00 uur (Eerste Pinksterdag). Schriftlezing 1 Kronieken 22:7-13 en 2 Timotheus 1:3-10.