Wanneer de Heere Jezus Christus op het meer van Galilea de storm tot stilte brengt, herkennen de discipelen de Godheid van Hem. Wie is toch Deze dat zelfs de zee en stormen Hem gehoorzaam zijn, vragen ze zich verbaasd af. Hij is de eeuwige God, de tweede Persoon in de Godheid die naar deze aarde kwam om te betalen voor de zonden. Al Zijn wonderen op aarden beelden het aanbrengen van de zaligheid uit. Zie op Hem, ga tot Hem en u zult het eeuwige leven hebben. 

Markus 4 vers 41: ‘En zij vreesden met grote vreze, en zeiden tot elkander: Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?‘.

Het aanbreken van geestelijk licht

Door dit specifieke wonder begrijpen de discipelen de Godheid van Christus. Wie is Deze dat zelfs de winden en wateren Hem gehoorzaam zijn? We kijken ernaar aan de hand van vier gerichte punten.

De mensen in de samenleving was dat als de Messias kwam Hij een politieke vernieuwer zou zijn. Welvaart zou brengen. Reformeren publieke waarden. Meer structuur. Ieder een vrolijker leven. Het was alles een aardse verwachting. Een aardse man, een profeet. Uiteindelijk een mens.

De profeten uit het verleden hadden heel duidelijk aangegeven dat God zou komen. Immanuël. Ze dachten meer aan een beeld. Dat Hij niet per se Goddelijk zou zijn. Op een dag komt Jezus tot Johannes de Doper die Hem aanwijst. Het Lam van God dat de zonden der wereld wegneemt. Wat zegt hij, wat betekent het? Ze begrepen niet de persoonlijk schuld wegnemen. Dat Hij dat deed. Johannes zegt het.

De volgende dag, lezen we, dat Johannes de Doper het opnieuw doet. Johannes, de discipel, en Andreas, hoorden het. Zij waren discipelen van Johannes de Doper. Ze volgden Johannes de Doper. En die wijst Hem aan. Dit is de Mens. Ik ben niet waardig de riem van Zijn schoen te ontbinden. Johannes verwees naar Hem.

Jezus keerde Zich naar Hem om. Waar woont u? Kom en zie. Ze spenderen het grootste deel van de rest van de dag daar. Ze waren overweldigd. We hebben de Messias gevonden, vertellen ze Petrus. Zo werden de discipelen opgebouwd. Zijn eerste wonder bij de bruiloft te Kana. De genezing van de zoon van de hoofdman, dat zagen ze ook. Ze kwamen uit een klein dorpje. Maar de genezing van de zoon was mijlenver vandaar. De zoon genezen.

Zo ging het door. Melaatsen genezen. De melaatsheid verdween. Ze waren verbaasd. Ze waren eerst deeltijd discipelen. Ze waren nog aan het vissen. Ze vingen de hele nacht niets. Maar op zijn vraag wierpen zij het net aan de andere kant van de boot. De netten scheurde bijna. Petrus viel voor Hem neer. Ga uit van mij want ik ben een zondig mens.

Jezus was meer dan een mens. Hij is Goddelijk. De gelijkenis van het zaad begrepen ze niet. Vertel ons. Hij legde het uit. En nog hadden ze het nog niet goed begrepen. De zaak was dat ze niet ten volle verstonden dat Hij God was. Dan was heel veel anders geweest.

Hij sprak van vergeving van zonden. Zij dachten aan een aards koninkrijk. Ze hadden geen geestelijk leven in Zichzelf. Konden nooit naar de hemel zonder vergeving van zonden. Het alles veranderde toen zij realiseerden dat Hij God was. Na het eten geven van de schare gingen ze in het boot. Nu waren ze in de boot met Hem.

En een grote storm kwam. De boot liep vol. Ze hielden van Hem maar hadden nog geen goed begrip van wie Hij is. Een geweldige storm stak op. Hevige reactie, tyfoon. Het was woedend. De discipelen meenden dat ze vergingen. Jezus sliep er dwars doorheen. Ondanks het hevig heen en weer bewegen van de boot.

Markus schrijft in de tegenwoordige tijd als altijd. Bekommert het U niet dat wij vergaan? Eerst bestrafte Hij de discipelen. Dan bestraft Hij de wateren en winden. En dan opnieuw de discipelen. Waarom bent u zo kleingelovig? Ze zijn zo verbaasd. Ze wisten dat ze zouden vergaan.

Maar plotseling is alles veranderd. Alles rustig. Ben je niet geschokt? Gevaren over. Waarom dan? Wat een Mens is Hij dat de winden en wateren Hem gehoorzaam zijn? Hij is de Schepper over alle dingen. God is in ons midden. Immanuel: God met ons.

In die tijd de gedachte dat wie God zag moest sterven. Zij zien Hem, God, nu in de ogen. Waarom waren deze wonderen nodig? De genezingen deden dat niet. Een van de genezingen zei hij ook zoon uw zonden zijn vergeven maar ze begrepen het niet. Er waren nog duizenden anderen die genezen kunnen worden. Maar nu zijn zij zelf in de situatie, zij zijn in gevaar. Dit verandert alles. De manier waarop ze naar dingen kijken.

Nu luisteren ze niet meer naar een half woord. Maar nu hangen ze aan Zijn lippen. Niet de rechtvaardigheid van de Schriftgeleerden en Farizeeën. Dit is belangrijk. Waar sta ik? Nu beginnen ze zich zorgen te maken over hun zonden. Dat zij verloren liggen en vergeving nodig hebben. Dat kan alleen door een offer.

Iemand die een volmaakt leven leeft. Een Plaatsvervanger. Die de zaligheid veiligstelt voor hen. Toen Hij stierf aan het kruis begrepen zij het. De noodzakelijkheid voor vergeving en nieuw leven. Dat alleen God dat kan doen. Geen mens, geen engel. Maar God in verbazingwekkende genade moest Zelf komen. De tweede Persoon in de Godheid.

Dit wonder opende hun gedachten. En dat is ook met ons. Deze wereld is niet alleen alles wat er is. Ik kan leven voor mijn werk. Trots. Pleziertjes. Maar dat is niet alles voor leven. Hoe zit het met de eeuwigheid? Hoe zit het met mijn ziel? Waar sta ik? Velen zijn begonnen met deze vragen te stellen sinds de pandemie.

We hebben de Messias gevonden. Het begint met je gedachten te openen. God wil je de ogen openen. Hij is de Messias. Zodra je ziet dat Hij de Verlosser is, de Zaligmaker. Ik zie waarom. Er is een probleem met de zonden. Ik heb een Zaligmaker nodig. Ik zie waarom het God moet zijn Die kwam. Dan begin je alles te verstaan.

Beste vrienden, zij vreesden zeer. Ze vroegen wie is Deze dat de winden en wateren Hem gehoorzaam zijn. Zien dat elk wonder van Christus een beeld is van het aanbrengen van de zaligheid. Zie de melaatse. Niemand kan hem beter maken. Maar op een woord van Hem is hij genezen. Het is een beeld van het zondaarshart wat Hij herstelt. Een nieuwe natuur.

Hier is een andere man. Een kreupele. Kan niet lopen. Op een woord staat hij op. Kracht in de benen. Dat ben ik, zegt de discipel. Hij maakte mij een nieuwe persoon. Mijn leven vernieuwd, nieuwe gedragingen.

Hij kwam in de synagoge en ze keken naar Hem of ze Hem konden vangen omdat het op de sabbat was. De discipelen keken er ook naar. Daar was een man met een verdorde hand. Het ging om zijn arm. Het was niet een klein handicap in die dagen. De meesten werkten met hun handen. Hij kon niet zorgen voor zijn familie. Jezus zegt: strek uw hand uit en terstond genezen. Het is een beeld van de zondaar genezen.

Een ander moment bij Naïn. Komen een rouwstoet tegen. Een jongen overleden. Hij liep hem opstaan uit de doden. Het is een beeld van ons. Dood in de zonden. Opnieuw geboren. Uit de dood opgestaan. Een nieuwe man, een nieuwe vrouw. De discipelen zagen het in de storm. Zoals een storm in het leven. Vervuld misschien door carrière, of begeerten, helemaal bezet door atheïsme. Op weg naar de dood, om op te komen. Er is er Een die kan zeggen: zwijg, wees stil.

Ook het stillen van de storm is een beeld van de genezing van het hart door Christus. Het brengt je naar de hemel. Je moet Hem hebben. Hij maakt je een van de Zijnen. Hij wil je nemen en eeuwig hebben.

 

Zondag 27 september 2020 – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk] – dr. P. Masters – Schriftlezingen Psalm 138 en Mattheüs 8 vers 14-27