Paulus roept de gemeente te Thessalonica op op wakker en nuchter te zijn. Er staat veel op het spel: we verwachten de wederkomst. Het geloof en de liefde beschermen de gelovige in de geestelijke strijd. We moeten het niet van onszelf verwachten maar van Christus. Het loopt Hem niet uit de hand, Hij komt terug, dat is zeker.
Word wakker!
Gemeente, wat is dat mooi: dat huppelen van zielevreugd [Psalm 68 vers 2 gezongen voorafgaand aan de prediking]. Daar zijn hun wens verkrijgen. Verlang je daarnaar? Dat je bij Jezus mag zijn? Hij blijdschap zal dan onbepaald door het licht dat van Zijn aanzicht straalt…! Het kan wel eens teveel worden. Is dat uw, jouw, mijn wens?
Gemeente, wat staat ons te wachten? Wie zal het zeggen? Ik kan beschouwingen houden maar daar ben ik niet toe geroepen. Dat doen anderen. De toekomst is onzeker. Hoe gaat de coronacrisis verder? Internationaal, economisch. We weten het niet.
Wat weten we wel? Daarover gaat het vanmorgen. Paulus schrijft: u weet zelf heel goed dat de dag van de Heere komt als een dief in de nacht. Dat weten we wel. Jezus komt terug. En dat is iets moois voor die gemeente in Thessalonica. Ze twijfelen niet aan de zekerheid van de wederkomst. Hoe zeker zijn we er nog van? Vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden…? Ik heb de indruk dat er meer aandacht voor is. We leven midden in de eindtijd. Daar moeten we van doordrongen zijn.
Ik weet nog dat ik op een bijbelkring heb gezegd: besmettelijke ziekten is iets van het verleden. En we zitten er nu al 2 jaar in. Oorlogen, vluchtelingenproblematiek, vijandschap tegen Christus en de kerk. Positieve teken: wereldwijde verspreiding van de kerk, ook in islamitische landen. Dankbaar voor de toenemende aandacht voor de wederkomst, ook in de reformatorische kerken. Ik ben minder blij met video’s met onbijbelse en rare theorieën. Lijkt bijbels, maar ondertussen…
Ik wil 2 dingen noemen waar je het aan kunt toetsen aan de hand van deze brief. Als die theorieën alleen maar bang maken, dan deugt het niet. Al zit er een kern van waarheid. Halve waarheid misschien wel gevaarlijker dan hele leugen. We worden hier ook wel gewaarschuwd voor gevaar. Ook onbekeerden. Maar nog veel meer wordt hier de hoop vertolkt. De hoop voor de toekomst. Midden in de eindtijd.
Het tweede. Theorieën die de dag voorspellen. Wanneer komt Jezus terug? Dat precies voorspellen. Is onbijbels. Mattheüs 24 vers 36. De tijden en gelegenheden weten we niet. De dag komt als een dief in de nacht. In Thessalonica wisten ze dat ook. Wel een vurig verlangen naar de wederkomst. Ze gingen er vanuit: we gaan het meemaken. Ik hoop het ook. Maar ook schrik: er zijn nog veel mensen die nog niet geloven. Het is in goede handen; Hij bepaalt het. Laten we in die verwachting leven. We zijn wel 2.000 jaar verder. Het lijkt alsof alles door gaat. Het kan ons aanvliegen: wat komt er terecht van die dag? Ik denk dat ik het nog mee maak, dat hebben al velen gezegd.
De verwachting van de wederkomst gaat in tegen de tijdgeest. We ademen het wereldse klimaat in. Dat heeft invloed. Die knagende twijfel. De wederkomst is ook onvoorstelbaar. Petrus zegt: het is net als in de dagen van Noach. Het is gebeurd, precies zoals de Heere had gezegd, die zondvloed. Is het vanuit God gezien ook zo dat het lang duurt? Hoe lang hebben ze moeten wachten op de eerste komst? 4.000 jaar en misschien nog wel meer. 2.000 valt dan nog wel mee. Het gaat de apostel niet om berekeningen.
Hij komt als een dief in de nacht. Geen mooie vergelijking, zegt u. Is ook zo. Een dief komt onaangekondigd. Een inbreker heeft het niet verteld van tevoren. Jezus wel. Een dief is niet welkom. Jezus toch wel?! Hij wordt verwacht en binnengehaald. Welkom geheten door de Bruidsgemeente. Vervulling van het verlangen van de Bruid en Geest. Kom! Hij die komt is geen dief. Dat durven we toch niet te zeggen? Hij komt niet om te stelen maar om te geven. Hij geeft alles weg. Hij is mijn liefste, heil, leven.
Maar als je Hem niet lief hebt en niet verwacht, dan is Zijn komst als een dief. Niet omdat Hij een dief is. Maar dan is Hij niet welkom bij je. Dan verwacht je Hem ook niet. Dan word je overvallen door Zijn komst. Kun je Hem niet verwijten. Je hebt Hem niet geloofd. Waarom zou ik me druk maken? Er is vrede en veiligheid… (Vers 3). Je bent iemand die ligt te slapen in een huis waarin een dief rond gaat. Die dief sticht brand. Zo lang we onbekeerd zijn, zijn we in levensgevaar. In de wereld of in de kerkbank. Je leeft in de duisternis. Duister, zonder God. Je kunt denken dat je alles ziet en helder denkt. Maar je denken is duisternis. Geestelijk ben je in slaap. Dat is de slaap van de dood. Wat doe je als iemand slaapt in een brandend huis? Dan zeg je: wakker worden. Je huis staat in brand! Ontwaak, sta op uit de dood en Christus zal over u lichten.
Spurgeon vertelt in een preek over een voorval uit zijn vroegere jaren. Ik de kerk tijdens een preek zag hij mensen indommelen. Hij roept: brand, brand! De mensen schrikken. Waar is de brand, zeggen ze. Waar? Het vuur van de hel. Ik zou het zo niet meer zeggen, zegt Spurgeon. Maar hij doet van de ernst niets af. Is een preek over dit gedeelte. Verderf zal hen overkomen. Beslist kun je dat niet ontvluchten. Wees wakker. Word wakker!
U bent kinderen van het licht, vers 5, het vervolg. Zijn licht verdrijft onze duisternis. Leren leven in Zijn licht. Of je bent in het duister zonder Christus of zonder Christus. Of in de slaap van de zonde en de dood of je bent wakker, levend met Christus. Het is van tweeën een. Ben je wakker?
Wat is dat, wakker zijn, wandelen in het licht? In de tekst vinden we: wakker zijn en nuchter zijn. Van de dag zijn. Wakker en nuchter. Wakker geschud uit de slaap van de dood. Dat je het gevaar ziet. Dat je vlucht. Voorbereid op de dag die komt. Waken en bidden. Nuchter zijn. Kan je letterlijk nemen. Je niet dronken drinken. Je verstand niet laat benevelen door alcohol. Dit is geen verbod op alcohol. Een christen past het niet om dronken te zijn. Dat is een schande. Ook een overdrachtelijke betekenis. Geestelijke nuchterheid. Je niet laten benevelen door hebzucht, vreemde geesten, ideeën, verleiding van porno en overspel, hoogmoed en arrogantie, dwaalgeesten. Het hoofd niet op het hol laten slaan. Ook niet door theorieën. Ook in deze verwarrende tijd. Nuchter zijn. Nodig in Thessalonica, Veenendaal, overal.
In aanvulling daarop die beeldspraak van de strijd. Het gaat over een harnas. Zo’n harnas mag je wel eens aantrekken in een museum. Het is zwaar. Bekleed met het borstharnas van geloof en liefde. En de hoop op de zaligheid als helm. Wanneer doet een soldaat dat aan? Als hij gaat vechten. Niet als hij thuiskomt en gaat eten. We hebben te maken met een vijand. Niet vlees en bloed, maar dat is die geestelijke vijand. Die geestelijke machten. Vijandschap tegen God. Wij staan nog in de strijd. De duivel was actief in 2021, maar hij gaat door tot de laatste dag. Als een soldaat alleen maar wakker is, dat is niet genoeg.
We hebben wapenrusting nodig. Hier enkele genoemd, in Efeze 6 nog meer. We houden hier het bij borstwapen en helm. Het harnas beschermt tegen pijlen. Tegen zwaardsteken, speerstoten. Wat is een harnas in die geestelijke strijd? Eerst dat borstwapen. Het beschermt het hart. Borstwapen van geloof en liefde. Geloof. Dat is het geloof in God en Christus, Heilige Geest. Dat vlucht tot Jezus. Dat geeft vrede en veiligheid. Door het geloof verzoend. Die vrede met God. Dat is het mooiste wat er is. Borstwapen van het geloof. Waarin ligt die bescherming? Het is geen aanvalswapen. Het is niet onze slagvaardigheid, onze moed, niet iets van onszelf. Maar buiten onszelf in Christus. Het geloof erkent: ik kan het zelf niet, ik heb het niet op zak, Hij alleen is mijn vrede en veiligheid. De duivel is voor ons niet bang. Maar waar wel voor? Voor de Heere Jezus. Ik hoorde vroeger een dominee, die zei: je moet vluchten naar Jezus als je zelf gaat vechten is de duivel blij. Het geloof vlucht naar Jezus. Ik ben te zwak voor de strijd. Maar Hij is sterk.
Geloof en liefde. Niet alsof het hetzelfde is. Maar: er is geen oprecht geloof zonder liefde. Zichtbaar wordt het geloof in de liefde. De Geest stort het uit in je hart. Het geloof heeft Hem lief. Het geloof verlangt bij Jezus te zijn. Het geloof verlangt naar Zijn komst. Ik heb Hem lief want Hij heeft mij eerst liefgehad. Dan ben je veilig bij Jezus. Die liefde verlangt zo zicht mogelijk bij Jezus te leven. Niet de randjes op zoeken met de zonde. Niet dicht bij de zonde, kwaad, goddeloosheid. Die liefde houd je weg bij kwaad en verleiding. Dat borstwapen van geloof en liefde. Die brengen bij de veilige schuilplaats: Christus. Liefde tot God. U weet, het begint met de liefde van God en tot God, maar ook: de liefde tot elkaar. Ik wil dat betrekken op het borstwapen. Ook dat heeft een beschermende werking. Liefde tot elkaar. Heeft te maken met vers 11: bouw de een de ander op.
Ik vond een mooi voorbeeld bij ds. Boer. Een zendeling in Tibet. Onderweg met een andere man. Het begon te sneeuwen en stormen. Ze zagen een man bewusteloos onderweg. Overvallen. Die man was alleen. Ik wil die man meenemen, naar het dorp. Straks komen we zelf niet aan. Soendar bleef staan, hees die man op z’n rug. Door die inspanning werd hij weer warm. En die man ook. Hij slaat de ogen op, komt weer bij. Zo lopen ze samen verder. Samen vinden ze opnieuw een man. Die was gaan zitten, moe, maar door de kou bevangen. Die man was overleden. Dat was de man die weigerde liefde te bewijzen. Het is maar een voorbeeld – liefde die zich opoffert en beschermend werkt. Als ik eerst maar aan mezelf denk? Het is veel veiliger eerst aan de ander te denken.
En de helm van de hoop op de zaligheid, de toekomst. De bijbelse hoop. Hoe geeft die hoop bescherming. Die beschermt je hoofd. Je gedachten gaan naar van alles en nog wat. Maar als je denkt aan de toekomst, weet je waar het om gaat. Druk met van alles en nog wat. Richt je op de toekomst. De dingen in het juiste perspectief zien. Een wijdse blik. Denken aan de toekomst helpt je door de bomen te kijken. Reformatoren, puriteinen, vroege kerk. Overdenking van de toekomst. Bij Hem te zijn straks. Een krachtige stimulans om toegewijd te leven.
Ik kom mensen tegen die denken dat dit vanzelf gaat als je gelooft. Dat is een misvatting. De aansporing: laten wij die van de dag zijn, nuchter zijn. Gevaar is dat we verslappen. Dat we de nuchterheid verliezen. Spurgeon schrijft over de betoverde grond in een preek (zo heet die preek). Hij verwijst dan naar de Christenreis van Bunyan. Christen komt in betoverend gebied. Voelt zich op zijn gemak. Wil rusten. Maar hij laat zich verleiden. Hij dommelt in slaap. Zie je dat gevaar! Kinderen van God en gemeenten kunnen in slaap sukkelen. Slap, lauw, flauw worden. Als de verwachting verslapt. Word wakker. Wees wakker. Daarom de roepstem om te waken.
Wat helpt? Bemoedig elkaar. Dat is ook: vermaan elkaar. Dat gebeurt ook. Ik merk dat. Elkaar opbouwen. Ik hoop dat u dat gaat doen in het komende jaar als u dat nog niet doet. Elkaar opbouwen. Elkaar wijzen op Christus. Spreken over Christus. Elkaar opdragen in het gebed. Naar de kerk te komen. Naar het Woord luisteren. Als enige hoop en heil. Vers 9 en 10: in Christus is alleen ware vrede en veiligheid. Hij is gestorven opdat wij zouden leven. Daarin is vastheid en de bron van liefde. Hij voor mij daar ik anders de eeuwige dood had moeten sterven. Hij voor ons gestorven. Opdat we met Hem zouden leven. Leven met Hem. Daarom nog een keer die tekst: ‘Laten wij die van de dag zijn, nuchter zijn, bekleed met het borstwapen van geloof en liefde en met de hoop op de zaligheid als helm. Want God heeft ons niet bestemd tot toorn maar tot het verkijgen van de zaligheid, door onze Heere Jezus Christus.’
Amen.
Hervormde Gemeente Veenendaal, zaterdag 1 januari 2022, 10 uur (Nieuwjaarsdag). Schriftlezing 1 Thessalonicenzen 5:1-11. Geloofsbelijdenis van Nicea.