Op de weg van vergissing loopt Jezus mee en neemt Hij het woord. Dat is er wat er gebeurde op weg naar Emmaüs. De twee Emmaüsgangers waren gedesillusioneerd en waren traag van hart. Pas nadat Christus de Schrift had geopend, ging hun hart open. Was hun hart eerst traag, daarna brandde het. Als gelovigen en kerk zijn wij misschien ook wel op weg naar Emmaüs, maar Christus wil dat we naar Jeruzalem gaan.

Gemeente van onze Heere Jezus Christus, we zien ze lopen. Die twee mannen. Lukas zegt: kijk daar lopen ze. Kleopas en zijn vriend. Ze behoorden tot kring volgelingen. Niet tot discipelen. Misschien niet tot de 70 in directe kring die Jezus uitzond. Nee, zij woonden in buurt van Jeruzalem. Ook daar had Jezus aanhangers. Maria, Nicodemus, Jozef van Arimathea.

Verwachtingen bij deze mensen waren hooggespannen. Ze hebben de lofzangen gehoord toen Jezus binnentrok. Nu gaat het gebeuren. Nu zal Christus zich ontpoppen. Romeinen verdreven worden. Israël glorie terug krijgen.

Op dag voor Pasen naar Jeruzalem gegaan. Van overtuigd dat Christus zich zou manifesteren als Messias. Nu fantaseer ik wat: Kwamen misschien in Bethanie. Martha en Maria. Dag of wat verbleven. Ze hoorden van de spanningen. Ineens nieuws: Jezus was gevangen genomen. Judas had hem verraden. Slot van alles meegemaakt. Gezien hoe Hij gekruisigd werd. Meegemaakt. In plaats van de Heiland, moest Hij begraven worden. Vol treurnis en verdriet.

Morgen terug te gaan naar Emmaus. Daar kwamen ze vandaan. Zo lopen ze op de dag van Pasen (voor ons, voor hen dag na Pasen). Je ziet ze gaan. Daar lopen ze. Weet je nog? Wat sprak jou aan in Christus? Zo praten ze met elkaar. Liepen ze daar. Hadden het ook over wat er gebeurt was. Vrouwen hadden gezegd dat graf leeg was. Engel had het gezegd. Dat hield hen bezig. Ze gaan terug.

Is belangrijk dat is dit aangeeft. Deze mensen waren volstrekt gedesillusioneerd. Nu lopen ze daar. Alles betekende Hij voor hen. Vrouwen, wat zeiden zij?! De leidslieden hadden Hem gedood. Het was over en uit.

Gemeente, lijken wij niet een beetje op de Emmaüsgangers? De kerk van nu? Christus is gedood. Het is over. Gelukkig maar?! Alleen een paar vrouwen die nog wat te zeggen hadden. Kon je nauwelijks een naam geven. Lijken wij er niet een beetje op? Wij gaan van Jeruzalem naar Emmaus. De leidslieden, de spraakmakers op tv, de mensen op universiteiten, gaan er van uit: christelijk geloof is passé. Hooguit nog wat ouderen mensen, vrouwen, in de kerk. Maar vuurtje wat uitdoofd. Ooit was het groots. Nu verscholen in een klein dorpje. We dachten dat we wat betekenen. Werkelijkheid is heel anders. Moet de kerk mijn leven bepalen? Zal ik daar wel bij blijven? Nauwelijks meer verwachten.

Ben je gedoopt? Jawel. Verwacht je er iets van? Vroeger. Ik wou dat ik nog kon geloven. Vroeger had ik er wel iets mee. Wat moet je doen?

Dan gebeurt er iets. Lukas heeft wellicht gesproken met Klopas. Markusevangelie als eerste geschreven. Waren twee discipelen die Hem hebben gezien (klein regeltje). Lukas nam daar geen genoegen mee. Nagevraagd. Verteld wat er toen gebeurde. Wat was dat? Op die weg?

Kwam een man aan lopen. Hadden het nauwelijks in de gaten. Nou, die hebben het druk met elkaar. Ineens is Hij bij hen. Goedendag! Zijn zo druk. Stoort hen een beetje. Laat Hij weggegaan. Man gaat niet weg. Kijkt vriendelijk. Waar zijn jullie zo druk mee? Waarom zulke drukke gebaren? Waarom kijkt u zo somber, verstoord (Grieks)?

Die ene kijkt Hem aan en geprikkeld: U, mag ik U niks vragen. Bent U zo’n vreemdeling? Staat heel nadrukkelijk in het Grieks. Wat dan? Dan komt het hele verhaal. Alle verwachtingen hadden van Hem. Nu is het over en uit. Lopen we hier. Hebt U dat niet gehoord? Weet U dit niet? Wat een ironie eigenlijk. Vrouwen bij het graf waren. Engel zagen. Maar ze zagen Hem niet. Toch apart. Ironisch. Hem zagen ze niet. Op een meter afstand. Ze keken naar de man. En wij zien Hem niet?! Nu lopen ze naast Christus. En zij zagen Hem niet terwijl ze Hem zelf niet zien…

Wat doet Christus? Wat doet Hij niet? Zouden we wel achter kunnen komen. Jongens en meisjes. Bij Maria Magdalena zei Hij haar naam. Bij Thomas: kijk eens. Later op die avond, discipelen, hier ben Ik, tast Mij! Wat deed Hij daar en hier niet? Hij maakte zich gelijk bekend en hier niet. Hij loopt mee op de troosteloze weg van de vergissing. Ze hadden eigenlijk in Jeruzalem moeten blijven. Op de weg van de vergissing loopt Hij mee en neemt het woord.

Bent U een vreemdeling? Is verwijtend. Nu een verwijt in stem vreemdeling. O onverstandigen en tragen van hart. Om te begrijpen wat er in de schrift staat! Gezag van Hem moet groot geweest zijn dat ze dit accepteerden. Wat een traagheid van geest! Wat zegt die vreemdeling? Tragen van hart. Kent u de schriften niet? Wat is de kern daarvan? Dat de Christus moest lijden. Wist u dat niet? Ze waren thuis in de schriften. Maar deze vreemdeling gaat hen bij de kern bepalen. Hij moest lijden. Wist u dat niet? Moederbelofte. Wat is dat? De eerste in de bijbel. Ik zal vijandschap zetten tussen de duivel en de vrouw. Degene die zou komen! Staat in de Bijbel. Kent u de psalmen niet? Klederen verdeeld. Ik roep en krijg geen antwoord. Tempeldienst: lam dat geslacht wordt. Kent u dat niet? Profetie van Jesaja over het Lam die zonde op zich nam? Staat dat niet in uw bijbel?

Emmausgangers horen dat aan. Begon iets in hun hart te gloeien. Manier van doen net zoals voor Zijn sterven. Toen Jezus 12 jaar was al. Wat gaat er wel niet open in Hem? In Nazareth, Jezus de zoon van de timmerman, zo ongelofelijk sprak dat ze even nodig hadden om tot zichzelf te komen. Van wie men zei: Hij spreekt met gezag. Wat is dit voor iemand?! Hier gebeurt hetzelfde. Hun hart wordt geraakt. Slot van hun hart gaat weg. Brandend van binnen. Even daarvoor: traag en onkundig van hart. Hier wordt het aangeraakt. Hij moest lijden. Moest tot Zijn heerlijkheid ingaan.

Ligt veel nadruk op het woordje: hart. Viel mij deze week op bij de voorbereidingen voor deze preek. Hart. Tussen die twee keer zit de uitleg van de schrift. Wat zegt dat? Kortzichtig en traag om de schriften te verstaan. Israël vrijheid geven en de Romeinen weg. Dat dachten ze. Wat traag. Dom. Het gaat om je hart. Door de schrift. Wat kortzichtig. Kennen wij dat? Misschien wel.

Las van de week, over een jongen van 18 in 1968, tijdens de studentenrevolutie. Gooide met stenen maar politie, die jongen. Was iets gebeurt, meisje van 18 verkering. Maar uitgemaakt. Gaf hem veel verdriet. Liep daar en pakte stenen, dacht: waar ben ik mee bezig?! Ik krijg dat meisje niet terug. Zijn hart werd aangeraakt. Of iets anders. Gedicht uit Italië: herinner je je die avonden, dat je aan het zingen was, van de sfeer genieten. Drempel over ging van jeugd naar vrouw zijn. Mooi gedicht. Is weggegaan als 20-jarige. Meisje is gestorven. Waarom ontzeg je, natuur, ons wat je beloofd hebt?

Romeinen verdreven en dan? Is dat de bestemming van hun leven? Gaat het dan over zonde kwaad en schuld. Komt dat aan bod? Jezus stelt ze aan de orde. Komen de vragen van ons hart nog aan bod? Of: o onverstandigen. Jullie doen net alsof die vragen niet bestaan.

Als predikant moet je wel eens een ziekenhuis bezoeken, op bezoek bij iemand die bijvoorbeeld beroerte heeft gehad. Op een van de gangen zie je foto’s van een man: wie maakt me wat? Stuk of 4-5 foto’s. Suggereert: moed houden. Oppervlakkigheid tot en met. Vragen worden ermee weggeduwd. Hoe gaat het met u? Bidden in zo’n situatie of door zo’n foto je laten bemoedigen. Vragen van ons hart komen we nauwelijks meer bij. In het Jeruzalem dat wij construeren passen die vragen niet. Maar Hij opent de Schrift. Of uit mezelf halen wat erin zit? Christus zegt: als je de bijbel opent, komen ze aan de orde. Moest de Christus niet zo lijden? Deze man belicht de dingen van een andere kant. (…)

Christus gaat mee naar binnen. Daar wordt de maaltijd bereid. Vreemdeling krijgt het brood aangereikt. Een gebed wordt uitgesproken. Misschien psalm 23. De goede herder die je bij het water des levens brengt? Of: wie Mijn lichaam eet die zal leven. We weten het niet. Na Zijn gebed nam Hij het brood. En toen zagen ze het. Ik kan dat nauwelijks onder woorden brengen. Rembrandt schilderij waar Christus brood breekt. Vlak voorbij Hij weggaat. Ging weer naar Zijn vader. Je ziet er iets van die heerlijkheid. Gezicht ook. Hij is de Messias.  Hij leeft. Hij laat hen dit zien. Onderweg. Uit Jeruzalem. Stelt toch niets voor? Wat een vergissing. Christus is die weg gegaan met hen. Opgetrokken met hen. Dat is de weg die Christus is gegaan. Onder ons gekomen. Onze vergissingen, zonden op Zich genomen. Dood op zich genomen. Hij mag nu het brood uitdelen. Vader geeft Mij alles. Wereld weer terug brengen bij God. En vooral uw hart. Dan is de weg open. Heerlijkheid. Nu al voelen van zijn genade en geduld. En betrokkenheis..

Ik sluit af. Wij gaan ook van Jeruzalem naar Emmaüs. Gelovig zijn is toch achterhaald? Ik zou willen zeggen: laten wij eens teruggaan om te herontdekken wat er is geschreven en gebeurd. Denk niet dat Christus met Emmaüs genoegen neemt. Evangelie zal ook in Jeruzalem ja in heel de wereld gloren. Mensen hebben zich lelijk of gelukkig vergist?! Vult u het maar in. Amen.

Hervormde gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 8 april, 9.30 uur. Schriftlezing Lukas 24:13-35.