De schrijver van de Hebreeënbrief wijst ons er bij het begin van het nieuwe jaar op dat er dankzij Christus’ offer toegang is tot de Vader, toegang tot de genadetroon. Dat is niet vanzelfsprekend; want hoe kunnen wij – zondaren – voor God, de heilige, bestaan? Dat kan niet. Maar wel dankzij Jezus’ verzoenend lijden en sterven. Zijn offer maakt dat we er werkelijk toestemming hebben om tot God te naderen, laten we dat dan ook doen – in lofprijzing en aanbidding.

Gods uitnodiging voor 2025!

De NBV vertaalt: laten we zonder schroom naderen tot de troon van de genadige. Zo kan je vertalen vanuit het Grieks. God is de genadige. Thema is: Gods uitnodiging voor 2025! Zo heb ik het genoemd.

Gemeente van Christus, u in de kerk of thuis verbonden, afgelopen weekend werd Antoine Bodar 80 jaar. Er was een uitzending waarin hij werd geïnterviewd: ‘De nacht van Bodar’. Een openhartig gesprek en ontroerend, over de omgang met God. Hij leeft celibatair. De hoogste vorm van liefde is de omgang met God. Onrustig is ons hart tot het rust vindt in God, zei Augustinus. Soms was Bodar zo emotioneel in het interview. Lewis schreef: dat ik zo verlang naar iets anders, laat zien dat ik voor een andere wereld ben gemaakt. Of nog een keer Augustinus: alleen het genieten van God kan de mens, die op reis is, alleen vervullen. Dat vond ik mooi aan het interview. Er was nog iets. Iets dat vragen opriep. Of hij klaar was God te ontmoeten? Nee, dat ben ik nog niet, zei hij. Er moet nog veel gelouterd worden. De katholieken hebben het vagevuur. Dingen die eruit moeten voordat ik God kan ontmoeten. Het vagevuur laat ik liggen, maar dat we God niet zomaar kunnen ontmoeten zoals we zijn. Dat snappen we. God is heilig. Wat is dan de plaats van de Heere Jezus? Daar had ik graag meer over willen horen. In een interview kan ook niet alles aan de orde komen.

Zo werd ik bepaald bij Hebreeën 4 vers 16. Een uitnodiging om te naderen tot Hem. Focus en houding: gericht op Hem. God ontmoeten, kan dat dan? Nee, dat kan niet zomaar. In het Oude Testament wordt dat duidelijk. Hij is de heilige. Psalm 15 zegt dat. Wie mag er wonen op de heilige berg? Het antwoord: alleen als je oprecht wandelt. Niet lastert, niet liegt, als je zuiver spreekt. Als je trouw blijft aan wat je belooft, financieel zuiver bent. Wie kan dan nog naderen?

Dat is ook zo. Dat kan ook niet. Er moest verzoening gedaan worden. Daarom offers. De omgang met God: daar zit een offer tussen. Zijn we die heiligheid kwijtgeraakt in de kerk? Zou kunnen. Bij een ziekbed komt die vraag wel aan de orde; kan ik God ontmoeten?

Ik werd geroepen in het ziekenhuis in Woerden. Die persoon had niet lang meer te leven. Ik kan niet bij Hem zijn. Ik heb Hem links laten liggen. Aangrijpend. Er is zoveel in mijn dat gelouterd moet worden, zei Bodar. Zijn wij gereed God te ontmoeten?

Tegen deze achtergrond is de tekst uitnodigend. De troon van de genade. Waar God op zit. Uitleggers wijzen hierbij enerzijds op lofprijzing en anderzijds gebed. We zingen over Hem. We maken Jezus groot in ons lied. De lofprijzing neemt je mee naar God toe. Als je bidt, spreek je God aan. Communiceren is tussen twee personen. Je spreekt God aan. Heilige grond. Heb je dat wel eens ervaren?

Laten we met vrijmoedigheid naderen… Je voelt de spanning. Kan dat wel? Als ik eerlijk ben, zegt iemand, er zijn dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Ik moet naar hem of haar toe die om vergeving gevraagd moet worden. Een laptop die gereinigd moet worden.

Met vrijmoedigheid. Wat roept dat woordje bij u, jou op? Ik heb er geen vrijmoedigheid voor. Geen vrijmoedigheid om ja te zeggen. Zou jij willen bidden? Nou, nee. Schroom. We associëren het met moed en een gemoedsstemming.

Hier is het anders, het Griekse woordje komt uit de politiek. Een burger had het recht het woord te doen. Dat recht is parrèsias. Het recht dat je had als burger van de stad. Je moet je wel houden aan de feiten. Je moet je aan de waarheid houden. Het komt dan ook in de familiesfeer terecht: dat je alles kunt zeggen. Geen geheimen voor je vriend of vriendin. In een huwelijk ook niet, als het goed is.

Je hebt toestemming gekregen om tot God te naderen. Om met Hem om te gaan. Met Hem te spreken. Maar hoe kan dat dan? Als er dingen zijn die gezuiverd moeten worden? Oude mens. Gedachten, beelden, woorden. Onreinheid, zelfzucht, egoïsme; wat kan er al niet in ons hart verkeren?

De schrijver geeft antwoord: die toestemming heeft te maken met de HEERE Jezus. Hij is de Hogepriester. Hij is door de hemel gegaan naar God. De weg naar de Vader is geopend door Hem. Heel de brief gaat daarover. Hij is in alles aan ons gelijk geworden. Hij heeft de zonde verzoend. Hij heeft geleden. In Getsemane heeft Hij smeekbeden geofferd. Bloed gezweet. Een geding met Zijn Vader – vanwege onze zonden. Dankzij Hem is er redding en heil! Hij is de man naar Gods hart. Hij is naar de Vader gegaan. De Man zonder zonden. Hij gaat het heiligdom binnen.

Als je aan Jezus denkt, probeer het dan te visualiseren. Troonzaal, majesteit, ontzag. Je ziet Jezus staan, als het ware, voor de Vader. Ik heb Uw wil gedaan. Ik heb Mijn leven gegeven als een offer. Volkomen verzoening. Het is volbracht, Vader! Het voorhangsel scheurde. Nu mag ieder komen in gebed, met vrijmoedigheid, je krijgt toestemming. God als Vader aan te roepen. Het fundament daarvan is het heilswerk van de Heere Jezus. Zijn verzoeningswerk. We mogen dat geloven!

Doe je dat? Je hebt vrije toegang tot God. Jezus gaat de hemel door. Hij had u en jou in het hart. Vader, hier zijn de namen van degenen voor wie Ik Mijn leven gaf. Vader aanvaardde het offer.

Als je het moeilijk vindt om God te aanbidden, vanwege omstandigheden of om moeilijke dingen: denk dan aan Jezus. Vestig je oog op de HEERE Jezus. Weet u, weet je: ik probeer dat zelf telkens in gebed te herinneren. Vader, ik bid dit u, in Jezus’ naam. Om Christus’ wil. Als een reminder. Ik sta op heilige grond. Dankzij Hem is er toegang tot de Vader.

Laten we dan met vrijmoedigheid naderen. Waarom legt de schrijver zoveel nadruk hierop? De schrijver heeft het over de troon. Hij ziet als eerste de troon van God. Dat trof me eigenlijk wel. We leven in een wereld waar veel aan de hand is. Oorlog, problemen, polarisatie. Het benauwt je. Wat zal er van 2025 worden? Het zal veel lijken op 2024 in veel opzichten. Er speelt zoveel, ook in je eigen leven. Gezondheid, relatie, somberheid, zorgen om een van je kinderen, problemen op je werk. Wat kan het je naar beneden halen! Op sombere momenten kan er twijfel zijn. God, heeft U nog de regie – in het klein en groot?

Ik ben dankbaar voor de nieuwe roeping in Colombia. Tegelijk is het soms ook moeilijk. Mijn vrouw hier. Ik daar. Ik mis de gemeente. Mijn bediening is soms eenzaam. Ik kom op gevaarlijke plekken. Ik twijfel niet aan mijn roeping. Maar wat me trof: de schrijver ziet een troon. Hij die op de troon zit, is mijn hemelse Vader. Jezus is daar ook. Als voorbiddende Middelaar. God heeft de regie.

De genadige God regeert. In Duitsland is een bekende theoloog Karl Barth, had op de vooravond van zijn dood een gesprek met een vriend, Eduard Thurneysen, een theoloog. Het telefoongesprek vond plaats in de nacht van 9-10 december 1968, daarin zei hij dit:

Ja, de wereld is donker. Maar we mogen het hoofd niet in de schoot leggen! Nooit! Want er wordt geregeerd, niet alleen in Moskou of in Washington of in Peking maar van helemaal boven, vanuit de hemel. God voert het regiment. Daarom koester ik geen vrees. Laten we toch blijven vertrouwen, ook in de donkerste ogenblikken! We mogen de hoop niet opgeven, de hoop voor alle mensen, voor de hele volkerenwereld! God laat ons niet vallen, niemand van ons en ons allen met elkaar niet! Er wordt geregeerd!

De grote ontdekking die hij deed was dat God het regiment voerde. Hij heeft de regie. Er staat een troon! Weet je, als je nu zingt, lofprijst, bidt, besef dan dit: er is een troon. Daar zit de genadige.

Zo spoort de schrijver hartelijk uit om te naderen. Mij is gegeven alle macht. De Zuid-Afrikaanse predikant Andrew Murray heeft gezegd: ‘De kracht van ons gebed hangt af van het besef met Wie wij spreken.’

Gemeente, wij hebben toestemming! Dankzij Jezus. We hebben Gods toestemming. Als je de Heere prijst, Zijn aangezicht zoekt, dan richt je je tot de troon.

Soms schieten worden tekort. Het is niet erg om even stil te zijn. Stilte is vaak de golflengte van de Geest. Stilte in gebed of aanbidding is niet erg. Wie Hij is, daar kan je niet genoeg van krijgen.

Als je die weg dan gaat, zegt de schrijver, dan blijft dat niet zonder resultaat. God schenkt hulp op het juiste moment. Gods hulp komt nooit te laat. Al moet je er soms op wachten. Barmhartigheid en genade. Die twee woorden gaan vaak samen op.

Het oordeel is gedragen. De twee armen van de Vader. De arm van de barmhartigheid gaat voorop. Ontferming. God weet wat er in je hart leeft. Hij staat klaar met open armen. Hij geeft je wat je niet verdiend hebt. Wijsheid, vergeving, moed? Wat heb je nodig? Zijn nabijheid? De arm van barmhartigheid is er. En van de genade (charis). Specifieke gaven: het is bij de troon te vinden. Je mag het ontvangen daar. God geeft de genade. Zo te leven vanuit de troon. In je zingen, spelen, bidden!

Dit jaar heeft zijn eigen sores. Het zal voor velen geen gemakkelijk jaar zijn. Maar weet je, een ding leert je, de Herder is er in de benauwdheid bij. Soms brengt Hij een storm tot stilstand, soms voert Hij je er door heen. Hij is er bij. Leven vanuit de troon. Met beide benen in de modder staan. Een leven met perspectief. Het zingen en bidden herinnert je eraan: zie, Ik heb alle dingen in Mijn hand. Zie, Ik maak alle dingen nieuw. Als je daar zicht op krijgt, kun je verder. Ontvangen wat je nodig hebt, om te kunnen delen, met mensen die God op onze weg plaatst. Wijsheid, vergeving, moed. Wie tot Mij komt, zal niet beschaamd worden. Dankzij Christus is dat waar en zeker.

Amen.

Protestantse Gemeente Gouda, St. Janskerk, zondag 5 januari 2025, 17 uur. Schriftlezing Psalm 15 en Hebreeën 4:14 – 5:10.